In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
A2b - Woensdag 9 november
Nodig:
- Laptop
Slide 1 - Tekstslide
Deze les:
Bespreken huiswerk
Uitleg: §2.1 en §2.1
Aan de slag
Slide 2 - Tekstslide
Bespreken huiswerk
Maken:
Paragraaf 1.6
Opdracht 2, 3, 4, 5 en 9
Woensdag 9 november - 4e uur
Slide 3 - Tekstslide
NIEUW
§2.1 - "Oriëntatie"
Slide 4 - Tekstslide
Tijd van regenten en vorsten (1600-1700)
Slide 5 - Sleepvraag
Ontdekkers en hervormers
Regenten en vorsten
Pruiken en revoluties
Burgers en stoommachines
Slide 6 - Sleepvraag
Nederland in de 17e eeuw
Nederland nu
Slide 7 - Tekstslide
Waarom noemen wij de Gouden eeuw eigenlijk de Gouden eeuw?
A
Het ging heel goed met de handel en de kunst!
B
Er zijn toen veel schilderijen met gouden lijsten gemaakt
C
Het word gezien als de beste tijd ooit, vandaar 'gouden eeuw'
D
Er werd toen veel goud uitgegeven aan dure dingen
Slide 8 - Quizvraag
Wat was de echte naam van Nederland tijdens de Gouden eeuw?
A
Het Koninkrijk van Nederland
B
Het Koninkrijk der zeven verenigde Nederlanden
C
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
D
De zeven gewesten van Nederland
Slide 9 - Quizvraag
Meer rijkdom betekende dat mensen mooie en dure spullen konden kopen en dit deden ze dan ook graag om te pronken!
Van dure stoffen uit verre landen zoals Zijde uit China werden prachtige jurken en andere kleding gemaakt. De mensen in de Gouden eeuw gaven veel om mode!
Wanneer je meer geld heb kun je ook meer vrije tijd nemen! Vrijetijdsbesteding zoals het maken van muziek, spellen en kunst werden hierdoor erg populair in de Gouden eeuw.
De Handel met verre landen maakte het voor het eerst in de geschiedenis mogelijk om dingen uit het buitenland te eten zoals kruiden en specerijen. Deze waren wel ontzettend duur!
In de Gouden eeuw was er geen betere manier om op te scheppen met je rijkdom dan hetlaten maken van een duur schilderij door een echte meester. Hierdoor is er tegenwoordig heel veel kunst uit de gouden eeuw.
Slide 10 - Tekstslide
NIEUW
§2.2 - "De handel in de Republiek groeit"
Slide 11 - Tekstslide
Hoe wordt de Republiek rijk?
Nederland heeft niet heel veel producten/grondstoffen.
Vooral veel zuivelproducten.
Graan wordt uit het Oostzeegebied geïmporteerd.
Slide 12 - Tekstslide
Stapelmarkt
Moedernegotie
Oostzeevaart
Slide 13 - Tekstslide
Een schip dat vanuit Amsterdam naar de landen rond de Oostzee vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout
Slide 14 - Quizvraag
Een schip dat vanuit de landen rond de Oostzee naar Amsterdam vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout
Slide 15 - Quizvraag
Handelskapitalisme
Kapitaal = groot (geldbedrag)
Handelskapitalisme = als kooplieden hun winst niet opmaken, maar weer in hun bedrijf steken.
Doel:
Winst maken
Handel uitbreidden
Slide 16 - Tekstslide
Handel
Stapelmarkt = Plaats om goederen opslaan om weer door te verkopen.
Beurs = Gebouw waar handelaren samenkomen om te onderhandelen.
Amsterdam wordt één grote marktplaats voor Europese producten
Slide 17 - Tekstslide
Handel
Stapelmarkt = Plaats om goederen opslaan om weer door te verkopen.
Beurs = Gebouw waar handelaren samenkomen om te onderhandelen.
Amsterdam 1666
Slide 18 - Tekstslide
Val van Antwerpen Blokkade van de Schelde
Slide 19 - Tekstslide
Val van Antwerpen
De val van Antwerpen in 1585 was belangrijk voor de economie:
- veel immigranten naar Amsterdam: grachtengordel
- handelscontacten: handel van Antwerpen naar Amsterdam
- in Amsterdam handel in luxeproducten
Slide 20 - Tekstslide
Huiswerk
Maken:
Paragraaf 1.9
Opdracht 5
Paragraaf 2.2
Opdracht 3, 4 en 6
Dinsdag 15 november - 1e uur
Meenemen: geschiedenisboek, verschillende kleurtjes (stift of potlood)