weerwoord Alles wordt duurder

Alles wordt duurder
oefenen toets
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Alles wordt duurder
oefenen toets

Slide 1 - Tekstslide

wat betekent 'stijgen'?
A
lager worden
B
kouder worden
C
warmer worden
D
hoger worden

Slide 2 - Quizvraag

wat betekent 'dagelijks'?
A
elke week
B
elke maand
C
elke dag
D
elk jaar

Slide 3 - Quizvraag

welk woord hoort bij de uitleg:

'soms een beetje meer, soms een beetje minder'

Slide 4 - Open vraag

welk woord hoort bij de uitleg:
'regelen'
A
precies
B
organiseren
C
produceren
D
plaatsvinden

Slide 5 - Quizvraag

welk woord hoort bij de uitleg;

'de koning en de ministers die zeggen wat er in een land moet gebeuren'

Slide 6 - Open vraag

wat is de uitleg van het woord:
'het product'
A
het materiaal waarvan iets is gemaakt
B
de baas van de ministers
C
maken
D
iets dat gemaakt is

Slide 7 - Quizvraag

wat betekent het woord:
'minimaal'

Slide 8 - Open vraag

welk woord hoort bij de uitleg:
'hoogstens'
A
maximaal
B
minimaal
C
gemiddeld
D
plannen

Slide 9 - Quizvraag

typ de uitleg van het woord:
'de fabriek'

Slide 10 - Open vraag

wat betekent 'compleet'
A
genoeg
B
onvoldoende
C
alles wat er bij hoort
D
waarbij er iets mist

Slide 11 - Quizvraag

schrijf minimaal de namen van 2 maaltijden.....

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide


A

Slide 14 - Quizvraag

welk woord hoort bij de uitleg;
van 1 land

Slide 15 - Open vraag

welk woord hoort bij de uitleg;
'meedoen'
A
deelnemen
B
voorkomen
C
afzien van
D
opladen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de uitleg van het woord:
'diverse'?
A
meerdere landen
B
verschillende
C
genoeg
D
niet genoeg

Slide 17 - Quizvraag

Noem 3 voorbeelden van brandstof:

Slide 18 - Open vraag

noem een voedingsstof

Slide 19 - Woordweb

noem 2 maaltijden;

Slide 20 - Open vraag

Hoe goed ken je de woorden?

Slide 21 - Open vraag