Het restaurant (woordenschat) Extra: voegwoorden
1 / 41
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Dit is:
A
De kok
B
De ober
C
De serveerster
D
De afwasser
Slide 29 - Quizvraag
Dit is:
A
Het bestek
B
De rekening
C
De menukaart
D
De servet
Slide 30 - Quizvraag
Dit is:
A
De ober
B
De serveerster
C
De afwasser
D
De kok
Slide 31 - Quizvraag
Dit is:
A
Het bestek
B
Het tafellaken
C
De servet
D
Het servies
Slide 32 - Quizvraag
ik ben kok, omdat
Slide 33 - Open vraag
Ik werk hard, want
Slide 34 - Open vraag
de ober
de serveerster
de afwasser
de kok
het bestek
de rekening
Slide 35 - Sleepvraag
Ik werk in een restaurant, ..........
ik dat leuk vind.
ik dat leuk vind.
A
want
B
omdat
Slide 36 - Quizvraag
Het restaurant is leeg, ......... het is gesloten.
A
want
B
omdat
Slide 37 - Quizvraag
De kok is boos, omdat ........
Slide 38 - Open vraag
Uit eten gaan is leuk, want .......
Slide 39 - Open vraag
Wie weet de meeste woorden uit deze les?
