WiNL_Herhalen_Kusten_6V

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wonen in Nederland
Domein Leefomgeving

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je kunnen?
  • De in Nederland voorkomende typen kusten beschrijven.
  • Beschrijven hoe zeestromingen, getijdenstroming en wind de Nederlandse kust als een dynamisch systeem vormgeven.
  • Beschrijven hoe dynamische (zee)kusten veranderen als gevolg van zeespiegelstijging en/of menselijk ingrijpen.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Type kusten
  • Wat bedoelen ze?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

estuariumkust Trechtervormige monding van de rivier
Wat moet je kunnen?
  • Beschrijven hoe zeestromingen, getijdenstroming en wind de Nederlandse kust als een dynamisch systeem vormgeven.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duinen
Welke 4 functies?

Slide 8 - Tekstslide

door wind
functies: bescherming / recreatie / drinkwaterwinning / natuur
Wat zie je?

Slide 9 - Tekstslide

Kustafslag
Proces? Erosie
Wanneer? Bij storm/hoogwater

Slide 10 - Tekstslide

Een zwin is een natuurlijke geul of kreek in buitendijkse gronden, onderhevig aan het getij. 

Een mui is een geul die loodrecht op het strand staat waardoor water met veel kracht naar zee stroomt
Zeereep
  • kustafslag vindt plaats tot aan de eerste rij duinen
  • de zee bereikt deze duinen vaak pas tijdens een storm
  • deze eerste rij duinen noemt men de zeereep

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Egmond aan Zee was groter
Veel kustafslag ook geweest in NL
Voorkomen
Moeten rekening houden met zeespiegelstijging
Stormen die zand wegnemen (erosie)
Rustig weer --> vorming zandbanken --> zee brengt zand.

Kustlijn 1996 vasthoudem 

Slide 13 - Tekstslide

Overheid wil onze kust beheren zodat wij beschermd zijn tegen hoogwater.
Callantsoog - Noord Holland
Noteer twee elementen op de foto waaraan je kunt zien dat de duinstrook bij Callantsoog is aangemerkt als een kwetsbare plek in de kustverdediging.

Twee elementen gevraagd:
De duinenrij is erg smal; er is alleen maar een zeereep en geen achterliggende duinen.
Het strand is heel smal.

Vaak  dammen / strandhoofden aangelegd, om de kust tegen verdere afslag te beschermen.

Hier gekozen voor zandsuppletie
 2 elementen waaraan je kunt zien dat de duinstrook kwetsbare plek in de kustverdediging is.

Slide 14 - Tekstslide

Overheid wil onze kust beheren zodat wij beschermd zijn tegen hoogwater.
Callantsoog - Noord Holland
Noteer twee elementen op de foto waaraan je kunt zien dat de duinstrook bij Callantsoog is aangemerkt als een kwetsbare plek in de kustverdediging.

Twee elementen gevraagd:
De duinenrij is erg smal; er is alleen maar een zeereep en geen achterliggende duinen.
Het strand is heel smal.

Vaak  dammen / strandhoofden aangelegd, om de kust tegen verdere afslag te beschermen.

Hier gekozen voor zandsuppletie
Wat moet je kunnen?
  • Beschrijven hoe dynamische (zee)kusten veranderen als gevolg van zeespiegelstijging en/of menselijk ingrijpen.


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuw kustbeheer
"zacht waar het kan, hard waar het moet"

1. Zandsuppletie
2. Dynamisch kustbeheer: ruimte voor de zee
3. Harde kustverdediging

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom liever vooroeversuppletie?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dynamisch kustbeheer
Vroeger:
  • zand storten bij wegggeslagen kust
Tegenwoordig:
  • zand storten op één plek en de ze het werk laten doen
  • natuur herstelt de kust

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

W
WAT GEEFT DE KAART WEER (LEGENDA)?
A
Algemene patroon?
WAAR VEEL? WAAR WEINIG? GEBRUIK SPREIDINGSWOORDEN
U
Uitzonderingen
WELKE GEBIEDEN VALLEN BUITEN HET ALGEMENE PATROON?
W
Windrichtingen. 
BESCHRIJF MET BEHULP VAN WINDRICHTINGEN (EN TOPONIEMEN)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht

Slide 24 - Tekstslide

  • In 2011 is er 21 m3 zand voor de kust neergelegd. 
  • Schiereiland van 128 hectare (> 250 voetbalvelden)
  • Goedkoper je gebruikt natuurlijke processen, blijft langer in stand - 20 (zelfs langer blijkt inmiddels) jaar ipv om de paar jaar zandsuppletie
  • Je verstoort het zeeleven veel minder want je deponeert maar 1x zand in een keer grote hoeveelheid
  • Ecosysteem ontwikkelt gunstig voor natuur
Opdracht
Gebruik ook fig 1.21

Slide 25 - Tekstslide

  • In 2011 is er 21 m3 zand voor de kust neergelegd. 
  • Schiereiland van 128 hectare (> 250 voetbalvelden)
  • Goedkoper je gebruikt natuurlijke processen, blijft langer in stand - 20 (zelfs langer blijkt inmiddels) jaar ipv om de paar jaar zandsuppletie
  • Je verstoort het zeeleven veel minder want je deponeert maar 1x zand in een keer grote hoeveelheid
  • Ecosysteem ontwikkelt gunstig voor natuur

Slide 26 - Tekstslide

Door wind, golven en stroming verspreidt het zand zich de komende twintig jaar langs de kust van Zuid-Holland. Deze vorm van dynamisch kustbeheer zorgt ervoor dat door de werking van golven, wind en stroming de stranden en duinen op een natuurlijke manier worden verbreed. Tegelijk ontstaat er meer ruimte voor natuur en recreatie (figuur 1.28).

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies


Zandsuppletie

Dynamisch kustbeheer
Kustafslag tegengaan door kustlijn van 1900 vast te houden:

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

I = Noordzee. Verschil eb/vloed 1,5 meter.
Bij vloed stroomt via # geul water naar de lagune (II). Lagune is geliefde plek geworden bij kiters / surfers. Bij eb stroomt het water via de geul (#) weer terug. 
Zorgt voor andere kustprocessen. Opgespoten zand komt ergens diep uit Noordzee. Verschillende korrelgroottes. Bij A wordt het zwaardere zand gedeponeerd/gesedimenteerd/afgezet. Lichter zand raakt in suppletie (korrels in het water - meegenomen door het water). Die kleinere korrels gaan bij vloed dus via # geul naar lagune II. Als het daar stil staat wordt ook het fijnere materiaal afgezet bij B dus. 
* duinenrij. zeereep met duinenrij erachter. Dynamisch gebied. Wisselwerking zoet water door regen zout water via zee. anders geworden door zandmotor. 

Slide 32 - Tekstslide

C want estuarium door vernauwing in de trechtermond zie je dat water meer wordt opgestuwd groter verschil eb en vloed
Rest breder
Het grootste verschil tussen eb en vloed vind je bij ....?
A
A
B
B
C
C

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Minimaal verschil tussen hoog en laag water noemen we
A
Doodtij
B
Springtij
C
Zeetij
D
Wantij

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak per dag is het eb?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

(1) Oude duinen liggen ....... dan jonge duinen.
(2) Dit komt deels door de mens
A
(1) hoger (2) juist
B
(1) hoger (2) onjuist
C
(1) lager (2) juist
D
(1) lager (2) onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het Pleistoceen hadden we?
A
Een hoge zeespiegel
B
Een lage zeespiegel

Slide 38 - Quizvraag

daarna holoceen stijgende temp dus stijgende zeespiegel --> moerassen/veen
Waardoor steeg de zeespiegel in het Holoceen?
A
De temperatuur daalde en de zeespiegel steeg
B
De temperatuur steeg en het zee-ijs smolt
C
De temperatuur daalde en het landijs breidde uit
D
De temperatuur steeg en het landijs smolt

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De zee stroomt weg van het strand.

A
vloed
B
laagtij
C
hoogtij
D
eb

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een fysische verklaring waardoor havensteden zoals Rotterdam, Zierikzee en Brugge in de vorige eeuwen minder bereikbaar werden voor schepen.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf wat W13 laat zien.


Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energie winnen uit eb en vloed noemen we..
A
Eb en vloed energie
B
Getijdenenergie
C
grijze energie
D
hydro-elektriciteit

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies