Prinsjesdag jaar 2

Lesdoelen
Doel 1:Je kan het belang van Prinsjesdag in je eigen woorden uitleggen

Doel 2: Je kan twee manieren uitleggen hoe de overheid geld binnenkrijgt

Doel 3: Je kan drie dingen benoemen waar de overheid geld aan uitgeeft 

Doel 4: Je kan uitleggen waarom er altijd kritiek zal zijn op de rijksbegroting?


1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
Doel 1:Je kan het belang van Prinsjesdag in je eigen woorden uitleggen

Doel 2: Je kan twee manieren uitleggen hoe de overheid geld binnenkrijgt

Doel 3: Je kan drie dingen benoemen waar de overheid geld aan uitgeeft 

Doel 4: Je kan uitleggen waarom er altijd kritiek zal zijn op de rijksbegroting?


Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij van Prinsjesdag?

Slide 2 - Woordweb

De Koning rijdt in de Gouden Koets van Paleis Noordeinde naar de Ridderzaal.

Slide 3 - Tekstslide

Paleis Noordeinde in Den Haag

Slide 4 - Tekstslide

De Ridderzaal

Slide 5 - Tekstslide

De Koning leest de troonrede voor in de Ridderzaal

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wanneer is het elk jaar Prinsjesdag?
A
17 september
B
de tweede dinsdag in september
C
de derde dinsdag in september
D
de vierde dinsdag in september

Slide 10 - Quizvraag

Waar geeft de overheid het grootste gedeelte van haar budget aan uit?
A
Defensie
B
Onderwijs
C
Zorg

Slide 11 - Quizvraag

Waarom is er altijd kritiek op de rijksbegroting?
A
Er wordt teveel geld uitgegeven
B
Het bedrag klopt niet
C
De begroting kwam niet op tijd
D
Andere partijen zouden het geld anders verdelen

Slide 12 - Quizvraag

Wat gebeurt er op Prinsjesdag?
A
Dan leest de Koning de Troonrede voor.
B
Dan leest de Koning de Miljoenennota voor.
C
Dan leest de Koning de Rijksbegroting voor.

Slide 13 - Quizvraag

Wie heeft de Rijksbegroting gemaakt?
A
De koning
B
De minister van financiën
C
De minister-president
D
De Nederlands bank

Slide 14 - Quizvraag

Wat zit er in het koffertje van de minister van Financiën?
A
De Troonrede
B
De Rijksbegroting
C
De Miljoenennota
D
De Miljoenennota en de Rijksbegroting

Slide 15 - Quizvraag

de koning
Paleis Noordeinde
de Ridderzaal
de miljoenennota
de Gouden Koets

Slide 16 - Sleepvraag

Samenwerkingsopdracht
Je gaat in tweetallen je eigen RIJKSBEGROTING maken:
- Je hebt nodig: A4 blad, kleurtjes
- Je hebt 365 miljoen te verdelen
- Zorg, onderwijs, defensie, infrastructuur & sociale zekerheid moeten allemaal worden begroot
- Bij elke onderdeel moet een herkenbaar plaatje of afbeeldingen worden gemaakt
- Bespreek duidelijk waarom je voor een bepaalde verdeling kiest, je moet dit kunnen uitleggen.
- Je hebt 20 min. 




Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld
2023

Slide 18 - Tekstslide

Lesafsluiting:
Wisbordjes
Docent controleert of de doelen zijn behaald

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Evaluatie van de posters
- Bekijk nu klassikaal hoeveel ieder groepje heeft uitgegeven?
- Bespreek onder leiding van de docent waarom er bepaalde keuzes zijn gemaakt?
- Beargumenteer je keuzes

Slide 21 - Tekstslide