- Het ontdekken van aandachtsgebieden voor de komende lessen.
Slide 3 - Tekstslide
Toets- en examenplan P1 en P2
TOA-examens MBO niveau 4: 1. Schrijven TOA
2. Gesprekken voeren TOA
3. Spreken TOA
4. Lezen/luisteren op CE
Afronden in periode 1 en periode 2. Lukt dit niet?
Dan uitloopmogelijkheid periode 3 en periode 4.
Centraal examen MBO niveau 4: 5. Tekstbegrip (begrijpend lezen)
Afronden eind periode 2. Herkansingen periode 3 en 4.
Slide 4 - Tekstslide
Het centraal examen
- Richt zich op tekstbegrip (begrijpend lezen).
- Zowel het lezen van teksten als het horen van teksten en zien van een verhaal.
Een topcijfer na het oefenexamen?
Dan overwegen aanmelding centraal examen op 3F niveau.
Slide 5 - Tekstslide
Hoe ga je te werk:
1. Kijk waar de tekst over gaat. Kijk naar afbeeldingen en lees de titel en tussenkopjes. Bedenk wat voor soort tekst het is.
2. Lees alle vragen en schrijf sleutelwoorden op: zo kom je erachter wat belangrijk is in de tekst en weet je al een beetje wat je kunt verwachten.
3. Lees de hele tekst snel door met die vragen in je achterhoofd.
4. Lees de eerste vraag en herhaal hem in je eigen woorden, zodat je goed weet waar je naar zoekt.
5. Lees de tekst totdat je een antwoord op de vraag gevonden hebt (vanaf het begin, dus niet alleen de zin waar de vraag over gaat). Zoek het antwoord dat het beste past.
6. Ga door naar de volgende vraag.
Slide 6 - Tekstslide
Belangrijk om te onthouden:
1. Kijk altijd of het antwoord letterlijk in de tekst staat. Zo ja, dan neem je deze over.
2. Staat het antwoord niet letterlijk in de tekst? Lees dan de hele alinea en kijk welk antwoord het meest in de buurt komt.
3. Houd goed de laatste zin in een alinea in de gaten. Daarin staat vaak de conclusie of kern (het antwoord dus :-).
Slide 7 - Tekstslide
Filmpje of fragment?
* Ga hetzelfde te werk als bij een geschreven tekst. 1. Lees alle vragen en schrijf sleutelwoorden op: zo kom je erachter wat belangrijk is in de tekst en weet je al een beetje wat je kunt verwachten.
2. Hoor waar de tekst over gaat. Let op eventuele afbeeldingen en bedenk wat het tekstdoel is.
4. Lees de eerste vraag en herhaal hem in je eigen woorden, zodat je goed weet waar je naar zoekt.
5. Luister de tekst opnieuw totdat je een antwoord op de vraag gevonden hebt (luister het hele stukje tot aan het volgende fragment en/of de volgende spreker). Zoek het antwoord dat het beste past.
Slide 8 - Tekstslide
Filmpje of fragment?
* Ga hetzelfde te werk als bij een geschreven tekst. 1. Lees alle vragen en schrijf sleutelwoorden op: zo kom je erachter wat belangrijk is in de tekst en weet je al een beetje wat je kunt verwachten.
2. Hoor waar de tekst over gaat. Let op eventuele afbeeldingen en bedenk wat het tekstdoel is.
4. Lees de eerste vraag en herhaal hem in je eigen woorden, zodat je goed weet waar je naar zoekt.
5. Luister de tekst opnieuw totdat je een antwoord op de vraag gevonden hebt (luister het hele stukje tot aan het volgende fragment en/of de volgende spreker). Zoek het antwoord dat het beste past.
Dan oefenen met: Oriënterend en nauwkeurig lezen, onderwerp van de tekst leren begrijpen, informatie uit de tekst leren halen, inleiding-kern-slot, alinea’s, doel van de schrijver, lezerspubliek, hoofdgedachte, signaalwoorden, tekstsoorten en samenvatting.
Slide 12 - Tekstslide
Klaar?
Geef dan je resultaten door.
Volgende keer gaan wij dieper in op de onderwerpen genoemd op de vorige sheet.