4.1 Van stad tot wereldrijk

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 4 De Romeinen
Dit hoofdstuk gaat over de opkomst en ondergang van het Romeinse rijk

4.1 Van stad tot wereldrijk
4.2 De Romeinse samenleving
4.3 De cultuur van het rijk
4.5 Romeinen en Germanen

Slide 2 - Tekstslide

In welke periode hoort dit hoofdstuk?
A
Prehistorie
B
Oudheid
C
Middeleeuwen
D
Vroegmoderne Tijd

Slide 3 - Quizvraag

De Romeinen

Slide 4 - Woordweb

4.1 Van stad tot wereldrijk
In deze paragraaf leer je:
  • hoe Rome eerst werd bestuurd.
  • hoe Rome gebieden ging veroveren.
  • hoe Rome een wereldrijk werd en hoe het rijk werd bestuurd.
  • hoe burgeroorlogen leidden tot het ontstaan van het keizerrijk.
  • hoe keizers zorgden voor vrede in het rijk.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Van stad tot republiek
  • De stadstaat Rome was eerst een koninkrijk en werd in 509 v. C. een republiek

  • In de Romeinse republiek was de meeste macht in handen van de senaat.
  • vergaderingen met 300 senatoren

Slide 7 - Tekstslide

De Romeinse Republiek (1)

  • De naam republiek komt van: res publica. Dat betekent: publieke zaak, in het Latijn.

  • Op papier is de republiek een democratie...

  • ...maar in de praktijk is een kleine groep mensen aan de macht. Dit heet: aristocratie

Slide 8 - Tekstslide

De Romeinse Republiek (2)

  • De republiek wordt bestuurd door de senaat ('raad van ouderen'). Dit waren rijke Romeinen.

  • Het volk kiest elk jaar 2 leiders: consuls

  • Zij voerden de besluiten van de senaat uit

Slide 9 - Tekstslide


Het Romeinse Rijk groeit!

  • Wat begon als een kleine stad groeit in een paar eeuwen uit tot een enorm rijk.
  • Legeraanvoerders, zoals Julius Caesar, veroveren grote delen van Europa.

  • Op deze kaart zie je de veroveringen tussen 500 v. Chr. tot ongeveer 40 v. Chr.

Slide 10 - Tekstslide

Romeinse veroveringen

  • Rome kreeg een steeds groter leger
  • 5000 tot 6000 man > legioen 
  • Soldaten > boeren die zorgde voor eigen wapenuitrusting 
  • tonen moed en willen sterven voor het vaderland 
  • bij overwinning kregen deel van de buit

Slide 11 - Tekstslide

Romeinse veroveringen
  • Hiermee veroverde Rome vanaf 350 v.C. stap voor stap bijna heel Italië.
  • Aanval op de Griekse polis Tarentum (Terente)
  • hulp van pyrrhus (koning van Epirus)
  • 25.000 man
  • duurde lang en verloor veel manschappen
  • trokken zich terug

een zegen die zoveel moeite kostte noemen we nog steeds een Pyrrusoverwinning.

Slide 12 - Tekstslide

Oorlog met Carthago

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Het Romeinse wereldrijk
  • Het Romeinse rijk was een wereldrijk geworden
  • 146 v.Chr. Griekenland veroverd 
  • 58 v.Chr. Gallië veroverd 
  • 30 v.Chr. Egypte veroverd 
  • (alle gebieden rondom de Middellandse zee veroverd) 

  • Als een staat macht heeft over een groot gebied noemen we dat: Imperialisme 


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

4.1 Van stad tot wereldrijk
In deze paragraaf leer je:
  • hoe Rome eerst werd bestuurd.
  • hoe Rome gebieden ging veroveren.
  • hoe Rome een wereldrijk werd en hoe het rijk werd bestuurd.
  • hoe burgeroorlogen leidden tot het ontstaan van het keizerrijk.
  • hoe keizers zorgden voor vrede in het rijk.


Slide 17 - Tekstslide


Burgeroorlogen
133 v. Chr. tot 44 v. Chr.



  • Heersen over dit machtige rijk, dat wil iedereen wel!
  • Tussen de machtigste Romeinse mannen ontstaat een aantal ruzies die uitlopen in burgeroorlogen

Slide 18 - Tekstslide

Video
High Speed History
Wie was Julius Caesar?

Slide 19 - Tekstslide

1

Slide 20 - Video


Julius Caesar wordt vermoord
44 v. Chr.



  • Julius Caesar wordt steeds machtiger. Tegenstanders denken dat Caesar zelfs koning wil worden: ze moeten hem tegenhouden!
  • Op de idus (15e dag) van maart wordt hij in de Senaat door andere senatoren vermoord.

Slide 21 - Tekstslide


Octavianus neemt wraak
44 v. Chr.



  • De geadopteerde zoon van Julius Caesar, Octavianus, neemt wraak
  • Hij schakelt de daders en andere tegenstanders één voor één uit.
  • Ook zijn vroegere medestander, Marcus Antonius, en diens geliefde: Cleopatra

Slide 22 - Tekstslide


Imperator Caesar Augustus
27 v. Chr. - 14 n. Chr.



  • Uiteindelijk is er niemand machtiger dan hij. De rust in het rijk is terug.
  • De senaat bedankt hem hiervoor en geeft de titel Augustus ('de verhevene') te geven. 
  • Augustus wordt de eerste keizer (princeps) van het Romeinse Rijk.

Slide 23 - Tekstslide

Het Romeinse keizerrijk
  • Door de veroveringen ontstonden burgeroorlogen tussen machtige legeraanvoerders

Julius Caesar 
Pompeius 
Crassus 

Slide 24 - Tekstslide

Het Romeinse keizerrijk
  • Door de veroveringen ontstonden burgeroorlogen tussen machtige legeraanvoerders
  • Julius Caesar kwam als winnaar uit de strijd en dwong de senaat in 44 v.C. hem voor het leven tot dictator te benoemen
  • Maar twee maanden later werd hij door een groep senatoren vermoord

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video


  • In 27 v.C. kreeg Octavianus alle politieke macht in handen en werd Caesar van het Romeinse rijk

  • Octavianus kreeg ook de titel Augustus, de Verhevene, omdat Romeinen hem als god gingen vereren

Slide 27 - Tekstslide

Vrede

Keizer Augustus en zijn opvolgers zorgden met hun legers voor twee eeuwen van vrede in het rijk, de Pax Romana.

Slide 28 - Tekstslide

Wat was een republiek?
timer
1:30

Slide 29 - Open vraag

Hoe kwamen de Romeinen aan zo'n groot leger?
A
Soldaten meldden zich vrijwillig aan
B
Iedereen die veroverd was moest in het leger
C
Als je vrijwillig soldaat werd, kreeg je een hoge functie

Slide 30 - Quizvraag

Door wie werden de Romeinse provincies bestuurd?
A
Gouverneurs
B
Rijke burgers
C
Keizer
D
Soldaten

Slide 31 - Quizvraag

Wie was de winnaar van de burgeroorlogen?
A
Soldaten
B
Octavianus
C
Julius Caesar
D
Senaat

Slide 32 - Quizvraag

Wie was de eerste Romeinse keizer?
timer
1:30

Slide 33 - Open vraag

Aan de slag...
Maak van 4.1 van Stad tot Wereldrijk 

Opdr. 6 t/m 9
klaar? leer de woordjes van 4.1 

Slide 34 - Tekstslide