Beroepenochtend: Budgetteren

Beroepenochtend: Budgetteren
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Beroepenochtend: Budgetteren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
deze les

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les weet je wat een budget is
  • Aan het einde van de les kan je een begroting opstellen
  • Aan het einde van de les kan je een spreadsheet in Excel maken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een budget?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft er wel eens gewerkt met een budget?
Wat vond je ervan?
Wat heb je al geleerd?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over een budget?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Inkomsten en uitgaven
Hoe krijg je inkomsten?
Waaraan ga je geld uitgeven?
Balans: verlies - even - winst
Spreadsheet

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Excel
Excel
Wie heeft al eens met Excel gewerkt?

Wat kan je ermee?
Hoe werkt het?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Excel?

  • Onderdeel van Microsoft Office.
  • Eén van de meest gebruikte rekenprogramma's in bedrijven wereldwijd.
  • Ook wel een spreadsheetprogramma genoemd.
  • Meestal gebruikt voor financiële zaken.
  • Je kan het zelf gebruiken om je inkomsten en uitgaven bij te houden.

Slide 9 - Tekstslide

Waar te vinden op de computer?
Basiskennis Excel
Kolommen
Rijen
Cellen
Tabblad
Formules

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Boodschappenlijstje maken
In de volgende video's worden de basishandelingen in Excel uitgelegd.
Pak je chromebook en open Excel
We gaan een boodschappenlijstje maken!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Formule invoeren  =
Vragen over wat je net gezien hebt?

We gaan nu kijken hoe je formules maakt. 
Formule maken begint altijd met =
Anderen eenvoudige onderdelen van fomules zijn: 
       
 
optellen +
vermenigvuldigen *
aftrekken -
delen /

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Formule = *  +  -  /
Ga op de cel staan waar het antwoord moet komen en type vervolgens een = gevolgd door  de namen van de cellen die je wilt gebruiken

In plaats van de celnamen te typen, kun je ze ook (nadat je = in de antwoordcel hebt gezet) met je linker muisknop de cel selecteren.

De geselecteerde cel krijgt 
dezelfde kleur als in de antwoordcel. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze formule kan vervolgens plakken in een andere cel, zodat je daar dezelfde berekening uitvoert.

Je kan dezelfde manier toepassen voor berekening als:
optellen +
aftrekken -
delen /

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formule SOM 
Vragen over wat je net hebt geleerd?

Uitrekenen van totalen met de SOM formule functietoets.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Formule SOM
Selecteer de cellen die je wilt optellen en een lege cel eronder. 
Klik vervolgens op  het SOM symbool 








Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen over de som functie?

De rest van het filmpje geeft nog uitleg over opmaak van je bestand. Bekijk deze voordat je je opdracht inlevert.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet vergeten!     
Een formule begint altijd met     

Na ENTER voert Excel de berekening uit
         
      Dus:              < formule>                   

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkele toetsvragen
Om te zien of je hebt opgelet!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk cel is geselecteerd?
A
H1
B
G1
C
H2
D
G2

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hier
geselecteerd?
A
Rij
B
Kolom
C
Cel
D
Formule

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hier geselecteerd?
A
Rij
B
Kolom
C
Cel
D
Formule

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk teken moet je gebruiken als je wilt vermenigvuldigen (keer)?
A
*
B
/
C
-
D
+

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk teken moet je gebruiken als je wilt optellen (plus)?
A
*
B
/
C
-
D
+

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je in Excel een formule (som) wilt aangeven dan begin je altijd met een bepaald teken. Welk teken is dat?
A
=
B
#
C
&
D
@

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kun je in Excel ook grafieken maken?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak een spreadsheet voor de uitgaven die wij maken voor de beroepenochtend.

Gebruik hiervoor de gegevens die we tijdens deze les uitzoeken.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inkomsten
Waar halen we onze inkomsten vandaan?
Wat is ons budget?

Slide 32 - Tekstslide

Hoe komen we dit te weten?
Wie gaat budget vragen voor onze beroepenochtend?
Wat zijn onze kosten?
Wat moeten we kopen/betalen?

Slide 33 - Open vraag

Schrijf de resultaten alvast in Excel.
Uitgaven
Verschil begroting en werkelijkheid.

Zoek in tweetallen op wat een bepaald product kost.
Ga hiervoor naar de website van Jumbo, Lidl en Dirk.




Slide 34 - Tekstslide

Vanuit de brainstorm van wat we moeten kopen krijgt elk tweetal een bepaald product om uit te zoeken wat het kost. 
Leerkracht heeft een excel-programma opstaan en schrijft hierin de producten en vervolgens de gevonden prijzen (voordoen).
Begrote totale kosten
Hoe berekenen we nu de totale kosten?

Past dit bedrag binnen het budget?

Als het totale bedrag hoger is dan het budget, welke boodschappen kunnen dan worden aangepast of weggelaten?

Slide 35 - Tekstslide

Laat in de spreadsheet zien hoe we de totale kosten berekenen?
Werkelijke kosten
Wanneer we in de winkel zijn geweest zullen gaan we een kolom toevoegen met de werkelijke prijs van de producten.
Zo weten we of onze begroting klopt met de werkelijkheid.

Het resultaat zien we naast elkaar?
Hebben we meer/minder uitgegeven dan begroot?

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inkomsten vs Uitgaven
Budgetanalyse:
Winst - hebben we geld overgehouden
Gelijk 
Verlies - hebben we geld tekort

Verbeterpunten voor volgende keer wat betreft het budget?

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak een spreadsheet voor de begrote uitgaven die wij maken voor de beroepenochtend.
Je mag dit samen met één andere leerling doen.
Bekijk de video als je er niet uitkomt of vraag het aan iemand.

Als je binnen de tijd klaar bent, oefen je in Excel met andere functies.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Wat vond je van deze les? 
Wat heb je geleerd?

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie LOB

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies