In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Qu'est-ce que tu as fait cet été?
Slide 1 - Tekstslide
J'ai été à la plage avec mes copains
Slide 2 - Tekstslide
Qu'est-ce qu'on va faire?
Les mots
On va écouter!
Grammaire
Faire les exercices
But: Je kan het bezittelijk vnw in het Frans op een goede manier toepassen
Slide 3 - Tekstslide
Maak de goede combinaties
l'eau
le séjour
l'endroit
la piscine
la semaine
het water
het verblijf
de plek
het zwembad
de week
Slide 4 - Sleepvraag
Maak de goede combinaties
sur
faire les magasins
découvrir
la soirée
l'escalade
op
winkelen
ontdekken
de avond
het klimmen
Slide 5 - Sleepvraag
le château =
Slide 6 - Open vraag
l'escalade =
Slide 7 - Open vraag
l'endroit =
Slide 8 - Open vraag
faire les magasins =
Slide 9 - Open vraag
sur =
Slide 10 - Open vraag
la semaine =
Slide 11 - Open vraag
Tu as parlé français? =
Slide 12 - Open vraag
Pak je schrift!
Het bezittelijk voornaamwoord
Slide 13 - Tekstslide
Mannelijk Vrouwelijk Meervoud
Mijn mon ma mes
Jouw ton ta tes
zijn/haar son sa ses
mon père ma mère mes parents
Slide 14 - Tekstslide
(mijn) ................. soeur
A
mon
B
ma
C
mes
Slide 15 - Quizvraag
(jouw) ............. frère
A
ton
B
ta
C
tes
Slide 16 - Quizvraag
(zijn) ............ hôtels
A
son
B
sa
C
ses
Slide 17 - Quizvraag
(mijn) ................. affaires
A
mon
B
ma
C
mes
Slide 18 - Quizvraag
(jouw) ................. livre (m)
A
ton
B
ta
C
tes
Slide 19 - Quizvraag
(mijn) ............voiture (v)
A
mon
B
ma
C
mes
Slide 20 - Quizvraag
Mannelijk Vrouwelijk Meervoud
Mijn mon ma mes
Jouw ton ta tes
zijn/haar son sa ses
Ons/onze notre notre nos
Jullie/uw votre votre vos
Hun leur leur leurs
Slide 21 - Tekstslide
Let op!
Als een woord begint met klinker of stomme h
amie - hôtel - éléphant
Gebruik je altijd mannelijke vorm
mon amie - son hôtel - ton éléphant
Slide 22 - Tekstslide
(uw) ............voitures
A
votre
B
vos
Slide 23 - Quizvraag
(hun) ............livre
A
notre
B
nos
C
leur
D
leurs
Slide 24 - Quizvraag
(ons) ............... fleurs
A
notre
B
vos
C
votre
D
nos
Slide 25 - Quizvraag
(jullie) ............... garage
A
votre
B
vos
C
notre
D
nos
Slide 26 - Quizvraag
(hun) ................... trousses
A
votre
B
vos
C
leur
D
leurs
Slide 27 - Quizvraag
Vul de goede vorm in
(onze) ................. voyage
(jouw) ........... tante
(mijn) ............. oncle
(hun) .......... campings
(jullie) ............... livre
(haar) ................... ami
(uw) ................ questions
Slide 28 - Tekstslide
Au travail!
Blz. 46-47-48-49
Maken opdracht 30A+30D+30E+31A+31D+33A(vertaal het berichtje) + 33B (Waar ben je geweest+met wie+ met welk vervoersmiddel+ 2 activiteiten + hoe was het weer)