Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
PASSE-COMPOSE exercices 5-12-23
LE PASSÉ COMPOSÉ 2HV
Les buts:
- apprendre le passé composé
- utiliser le passé composé (carte postale)
1 / 38
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
In deze les zitten
38 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
LE PASSÉ COMPOSÉ 2HV
Les buts:
- apprendre le passé composé
- utiliser le passé composé (carte postale)
Slide 1 - Tekstslide
Meunier
Meunier tu dors, ton moulin va trop vite,
Meunier tu dors , ton moulin va trop fort
Ton moulin , ton moulin va trop vite
ton moulin ton moulin va trop fort
Ton moulin ton moulin va trop vite,
ton moulin, ton moulin va trop fort (3x)
Slide 2 - Tekstslide
De werkwoorden op -ER
Slide 3 - Tekstslide
De werkwoorden op -ER
= Ik eet een banaan
= Ik heb een banaan gegeten
Slide 4 - Tekstslide
Wat is "le passé composé"?
De passé composé is hetzelfde als in het Nederlands een combinatie van onderwerp, hulpwerkwoord en voltooid deelwoord (de v.t.t.)
De passé composé gaat met z'n 2!
Ik h
eb gelopen / wij hebben gefietst / zij zijn gegaan
(je hebt iets gedaan)
Slide 5 - Tekstslide
Hoe maak je een passé composé?
STAPPENSCHEMA
Slide 6 - Tekstslide
STAP 1
Kies voor de passé composé de juiste
vorm van
AVOIR
Slide 7 - Tekstslide
STAP 1
Ik heb = j'ai
Jij hebt = tu as
Hij/zij/men heeft = il/elle/on a
Wij hebben = nous avons, on a
Jullie hebben / u heeft = vous avez
zij hebben = ils / elles ont
Slide 8 - Tekstslide
STAP 2
Maak het voltooid deelwoord
(in dit geval met een werkwoord op -ER)
donner
Slide 9 - Tekstslide
Voltooid deelwoord zelf maken:
donner
donn
é
Slide 10 - Tekstslide
Voilà! Le passé composé
WW
Passé Composé
Exemple
donner
donné
J'ai donné (ik heb gegeven)
parler
parlé
J'ai parlé (ik heb gesproken)
manger
mangé
J'ai mangé (ik heb gegeten)
Slide 11 - Tekstslide
Uitzonderingen
WW
Passé Composé
Exemple
avoir
eu
J'ai eu (ik heb gehad)
être
été
J'ai été (ik ben geweest)
faire
fait
J'ai fait (ik heb gemaakt/ gedaan)
Slide 12 - Tekstslide
Uitzonderingen
WW
Passé Composé
Exemple
avoir
eu
J'ai eu (ik heb gehad)
être
été
J'ai été (ik ben geweest)
faire
fait
Tu as fait (ik heb gedaan/ gemaakt)
Uit je hoofd leren!
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Le passé composé zegt iets over
A
nu
B
de toekomst
C
het verleden
Slide 15 - Quizvraag
Le passé composé is...
A
de tegenwoordige tijd
B
de toekomende tijd
C
de verleden tijd
D
de voltooid tegenwoordige tijd
Slide 16 - Quizvraag
Le passé-composé bestaat uit
hoeveel delen?
Slide 17 - Open vraag
Comment dire (Ik praat) en français:
A
je parlais
B
je parle
C
je ai parlé
D
j'ai parler
Slide 18 - Quizvraag
Comment dire (ik heb gepraat ) en français:
A
je parlait
B
j'ai parlé
C
j'as parler
D
je ai parlé
Slide 19 - Quizvraag
Passé composé
Manger
j'ai
Parler
tu as
Danser
il a
Jouer
on a
Aimer
nous avons
mangé
parlé
dansé
joué
aimé
Slide 20 - Sleepvraag
Passé composé
-er
j'ai
être
il a
avoir
on a
faire
nous avons
travaillé
été
eu
fait
Slide 21 - Sleepvraag
Maak le Passé Composé:
"Je joue aux jeux vidéos".
Slide 22 - Open vraag
Werkwoorden op -ir
Welke regel pas je toe bij de passé composé?
A
stam + uitgang (is,is,it,issons,issez, issent)
B
avoir + volt.dw (stam+i)
C
stam nous-vorm + uitgang (ais,ais,ait,ions,iez,aient
D
stam + uitgang (e,es,e,ons,ez,ent)
Slide 23 - Quizvraag
Comment conjugue-t-on 'choisir ' au passé composé avec 'nous'?
A
nous choisissons
B
nous choisîmes
C
nous choisissons
D
nous avons choisi
Slide 24 - Quizvraag
Quelle est la forme correcte pour 'nous' de 'remplir' au passé composé?
A
avons remplie
B
avons remplir
C
avons remplis
D
avons rempli
Slide 25 - Quizvraag
Quel est le participe passé du verbe remplir?
A
rempli
B
remplie
C
remplis
D
remplir
Slide 26 - Quizvraag
Quelle phrase est correcte au passé composé avec 'ils' pour 'grandir'?
A
ils grandissent
B
ils grandiraient
C
ils ont grandi
D
ils grandissent
Slide 27 - Quizvraag
Quel est le pronom correct pour 'tu' au passé composé de 'grandir'?
A
tu grandissais
B
tu grandis
C
tu as grandi
D
tu a grandi
Slide 28 - Quizvraag
Comment conjugue-t-on 'grandir' avec 'je' au passé composé?
A
je grandirai
B
je grandi
C
j'ai grandi
D
je grandis
Slide 29 - Quizvraag
Quel est le participe passé(voltooid deelwoord) du verbe 'grandir'?
A
grandi
B
grandis
C
grandie
D
grande
Slide 30 - Quizvraag
Nous ... le gagnant. (choisir au passé composé)
Slide 31 - Open vraag
Zet in in de passé composé (regelmatig -ir)
(finir) Ma soeur ______ ________ un cours
A
a fini
B
avez finir
C
a finé
D
as fini
Slide 32 - Quizvraag
Ils ___ (choisir, passé composé) le plat.
Slide 33 - Open vraag
Expliquez comment on forme le passé composé d'un verbe
Slide 34 - Open vraag
Maak le Passé Composé:
"Nous vendons les fleurs au marché."
Slide 35 - Open vraag
Maak le Passé Composé:
"Tu finis ton travail à neuf heures".
Slide 36 - Open vraag
Passé composé bestaat uit:
1. een vorm van
AVOIR
(hebben)
2. een
voltooid deelwoord
(le participe passé)
Slide 37 - Tekstslide
De vooltooid deelwoord van Fin
ir
:
Fin
i
ex:
j'
ai
fin
i
Slide 38 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
PASSE-COMPOSE exercices 5-12-23
September 2024
- Les met
38 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Le PASSE-COMPOSE avec avoir
September 2024
- Les met
31 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Passé composé met être & avoir
Juni 2021
- Les met
31 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2,3
Les 12 (Week 25, 18/06) - V2G/V2Z
Juni 2024
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
1HV, Chap 5, le passé composé
Februari 2024
- Les met
26 slides
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Le présent et Le passé composé
September 2022
- Les met
19 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4H - Chapitre 1 - Leçon 4 - Activité le passé composé
28 dagen geleden
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
D. Le passé composé: oefeningen
Maart 2021
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1