Winterlandschap

• Kunstzinnige oriëntatie
• Basisschool
• Groep 6-8

Wintertafereel

Leer een winters parktafereel schilderen met een ijzig pad, lantaarnpalen en bomen.

Tijdsduur: 2 uur

Volg stap voor stap de les. 

Aan het einde staat een filmpje die je kunt gebruiken als handleiding (in het Engels). 

Probeer aan het einde van les t/m pagina 18 af te hebben. 

In 6 fases wordt de tekening zo opgebouwd. 

Je bent natuurlijk vrij om de compositie zelf te bedenken.

 Dit is slechts een voorbeeld. 

1. Teken de horizonlijn en het pad

Plaats je blad verticaal en zoek vervolgens het midden ervan. Gebruik een liniaal om een ​​horizontale lijn door het midden te trekken. Dit wordt de "horizonlijn".

Schets vervolgens lichtjes het pad. Het pad komt in het midden van de horizonlijn samen maar gaat niet naar een punt (het eindigt vlak). Het buigt lichtjes en loopt erg wijd aan de onderkant.

2. Verf de lucht

Begin onderaan in het midden van de lucht net boven de horizonlijn en het einde van het pad. Verf een "blobgebied" met gestructureerde lijnen.

Voeg vervolgens geleidelijk meer lichtblauw toe terwijl je naar buiten toe werkt. In principe zal de lucht het helderst en lichtst zijn in het middelste gebied boven het pad en geleidelijk donkerder worden naarmate je de randen van het canvas nadert.

Voeg indien nodig meer lichtblauw violet toe aan je penseel en meng het in de lucht. Probeer niet te veel te blenden. Het is oké als je de penseelstreken ziet! 

Veel van deze lucht zal worden vermomd met bomen en vallende sneeuw.

3. Schilder het pad

Het pad is niet allemaal dezelfde kleur. Er zijn strepen van donkerder blauw, lichter blauw en enkele strepen van het "lichtblauwe violet". Schilder de linker en rechter, dunne lijnen over het hele pad met een verscheidenheid aan kleuren die zachtjes in elkaar overvloeien. Het is oké als je buiten de lijnen van het pad gaat.

4. Verf de sneeuw

Wacht tot je pad droog is. Verf de omtrek van het pad om de vorm te definiëren.

Schilder vervolgens dikke, getextureerde en afgeronde lijnen op de randen van het pad. Dit vertegenwoordigt de sneeuwopbouw aan elke kant van het pad.

Begin dan met het schilderen van de rest van de sneeuw links en rechts van het pad. Begin langs de horizonlijn. Verf een ongelijk, licht golvend landgebied dat iets boven de horizonlijn uitkomt. 

Verf lange golvende en dikke streken met het lichtblauw. Voeg verschillende hoeveelheden wit en lichtblauw toe aan je penseel terwijl je het land schildert.

De sneeuw is een combinatie van puur wit en wat lichtblauw. Hierdoor kan de sneeuw eruitzien alsof er verschillende schaduwgebieden in het landschap zijn. Voeg een beetje extra blauw toe aan de onderkant van het landschap en meng het.

5. Verf de bomen

Wacht tot je landschap droog is. 

Verf de stam van de boom zodat deze breed begint aan de onderkant.

Verf vervolgens de boom zodat de takken boven de horizonlijn beginnen te vertakken. Verf 2-3 hoofdtakken. Verf dan kleinere takken. Om je takken dun en in een punt te krijgen, laat je de druk van de borstel los en gebruik je alleen het uiterste puntje van de borstelharen, zodat de streek dun is.

Schilder vervolgens nog een grote boom met dezelfde techniek aan de linkerkant van het pad. Zorg ervoor dat de takken ver de lucht in gaan en dat minstens één van de hoofdtakken het pad overlapt.

Gebruik het donkergrijs om twee kleinere bomen verder op het pad te schilderen. De boom moet korter zijn met takken die niet zo ver omhoog gaan als de twee grotere bomen vooraan.