aanpassing bij dieren (H6)

aanpassing bij dieren (H6) les 1
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuur en techniekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

aanpassing bij dieren (H6) les 1

Slide 1 - Tekstslide

Check-in: Hoe voel je je vandaag?
plaatje 1        plaatje 2           plaatje 3           plaatje 4         plaatje 5
luiaard           rode panda     stokstaartje      luipaard         bij




Vul in op de volgende dia!

Slide 2 - Tekstslide

Check in: Hoe voel je je vandaag?
luiaard (beetje sloom)
rode panda (nieuwsgierig)
stokstaartje (afwachtend)
luipaard (klaar voor een sprintje!)
bij (lekker actief bezig)

Slide 3 - Poll

Slide 4 - Video

1

Slide 5 - Video

02:29
Waarvoor heeft een tijger strepen?

Slide 6 - Open vraag

lesplanning
Uitleg aanpassingen bij dieren
- biotische en abiotische factoren
- voedselketen/ voedselpiramide/ voedselweb
- dynamisch evenwicht

Slide 7 - Tekstslide

Biotische en abiotische factoren:

Slide 8 - Tekstslide

voorbeelden biotisch/ abiotisch
biotisch
abiotisch
voedsel
neerslag/ wind (weersinvloed)
parasieten/ ziekteverwekkers
grondsoort
predator (vijand)
lichtsterkte
concurrentie
luchtvochtigheid /temperatuur
bescherming door vegetatie
zuurstofgehalte in water
nestgelegenheid enz.
zuurgraad enz.

Slide 9 - Tekstslide

Biotische en abiotische factoren

Slide 10 - Tekstslide

Voedselketen



Voedselketen
  • Een voedselketen begint altijd met een plant/producent. 
  • Een rij met diersoorten wat voedsel is voor elkaar.
  • Is een rij uit het voedselweb.

Slide 11 - Tekstslide

Voedselketen







Voedselketen
Elk organisme in een voedselketen noemen we een schakel

Slide 12 - Tekstslide

Voedselketen:
  • Begint ALTIJD met een Producent -> Plant

  • Daarna komen consumenten 

  • Tussen de voedselketens staan altijd een pijltje.
  • Elke soort is een schakel in de voedselketen

plant -> planteneter -> vleeseter/alleseter

Slide 13 - Tekstslide

Voedselweb
Voedselweb

Slide 14 - Tekstslide

VOEDSELWEB
Alle voedselketens uit een
gebied samen = voedselweb

Noem eens een voedselketen uit dit voedselweb? 

Slide 15 - Tekstslide

Voedselpiramide 
(piramide van aantallen)
Dit is een voorbeeld van
een voedselpiramide.

In een voedselpiramide wordt er 
rekening gehouden met het aantal 
organismen en hun eetpatroon.

Slide 16 - Tekstslide

voedselpiramide 

Slide 17 - Tekstslide

Voedselpiramide van
Aantallen
Voedselpiramide van 
Biomassa

Slide 18 - Tekstslide

Dynamisch evenwicht
Leg uit waarom de optimum in de grafieken niet gelijk zijn (prooi/ jager)

Slide 19 - Tekstslide

Dynamische evenwicht populatie dichtheid

Slide 20 - Tekstslide

Predator-prooirelatie
Dynamisch evenwicht

Slide 21 - Tekstslide

Biologisch evenwicht

Biologisch evenwicht schommelen van populatiegrootte om een evenwichtswaarde

Slide 22 - Tekstslide

Lees de volgende tekst:
https://isgeschiedenis.nl/reportage/australie-worstelt-al-150-jaar-met-konijnenplaag 
De plaag is ontstaan uit 24 konijnen in 1859. 
  • Wat hebben ze gedaan om de plaag te bestrijden?
  • Wat kun je zeggen over de populatie?

Slide 23 - Tekstslide

Nieuw-Zeeland zet nieuw virus in tegen konijnenplaag
Nieuw-Zeeland gaat een wilde konijnenplaag te lijf met een speciaal daarvoor ontwikkeld dodelijk virus. Het wordt de komende maanden uitgezet op het Zuidereiland. Het roeit alleen konijnen uit.
                Boeren in de Otago-regio klagen al jaren over de schade die wilde konijnen in weilanden aanrichten. Ze eten gras en hooi en graven holen. Dat zou een schade van 30 miljoen euro per jaar opleveren. Het nieuwe Zuid-Koreaanse RHDV1 K5-virus tast de organen aan en veroorzaakt koorts, krampen, klonteringen in het bloed en problemen met de ademhaling. Een konijn dat het oploopt, sterft binnen twee tot vier dagen.
Konijnen zijn in de negentiende eeuw naar Nieuw-Zeeland gebracht, waar ze uitgroeiden tot een plaag. Ook in de jaren negentig werd een dodelijk virus uitgezet dat alleen konijnen treft, maar twintig jaar later zijn de konijnen er immuun voor geworden.

Slide 24 - Tekstslide

Verstoring van de kringlopen
  • Milieuaantasting: Door ingrijpen van de mens verdwijnt de natuurlijke leefomgeving van veel planten en dieren
  • milieu-uitputting:  Door overmatig gebruik nemen de voorraden in de natuur af
  • milieuvervuiling: De mens die spullen in de natuurlijke kringlopen brengt die er niet in thuis horen


* Gevolg: landdegradatie


Slide 25 - Tekstslide

vragen bij de tekst konijnenplaag
Wat zijn de gevolgen van het menselijk ingrijpen?
Waardoor kon de konijnenplaag ontstaan?
Hoe hebben ze geprobeerd de plaag onder controle te krijgen?
Wat vind je hiervan?
Kun je ook andere voorbeelden noemen, dichterbij huis in Nederland? 
timer
3:00

Slide 26 - Tekstslide

Exit ticket: Overleg in duo's
Leg aan elkaar uit:
  • Wat is een voedselweb
  • wat is een voedselketen
  • Bespreek waarmee je begint in een voedselweb en -keten
  • Wat zijn schakels?
  • Noem een voorbeeld
timer
2:00

Slide 27 - Tekstslide