- je kunt over je huis praten en je huis beschrijven
- je kunt informatie over huizen begrijpen en bespreken
- je kunt je mening over meubels geven
- je kunt het het meervoud maken
- je kunt mijn, jouw, haar, zijn, onze, hun gebruiken
- je kunt mooi/mooie, goed/goede, snel/snelle gebruiken