1 nov 1A - 2.1 Fictie deel 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Als je 

binnenkomt:

BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?

BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?

HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?

ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?

STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 

BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

Wat gaan we doen: 45 min les

• Toetsen uitdelen 
  
• 10 minuten lezen
• Hoofdstuk 2.1: Fictie - huiswerk bespreken
• Tekst lezen en verder aan het hoofdstuk werken
• Lesafsluiting

Houd je telefoon bij je, die heb je straks nodig. Leg hem op de hoek van je tafel. Gebruik hem pas als ik de opdracht ertoe geef!

Toetsen uitdelen

Jullie hebben 5 minuten om je toets te bekijken. 

Als je vragen hebt, kan je naar me toe komen of je vinger opsteken. 

Je mag met je klasgenootjes over je toets praten, maar na deze 5 minuten is het weer stil. 

10 minuten lezen

Hoofdstuk 2.1

Leerdoelen:

Je leert hoe je boeken kiest

Je leert hoe je online boeken kiest

Wat is fictie en non-fictie ook alweer?

(zie blz 11, paragraaf 1.1)

Een boek kiezen

Waarom belangrijk? --> Lezen is goed voor je. Ook zal je in je schooljaren boeken moeten lezen en er een presentatie of verslag over moeten maken. Je moet dan dus een boek kiezen. Als je een boek kiest dat je niet leuk vindt, is lezen ook niet leuk. Belangrijk dus om goed te kiezen!

Hoe? --> pag. 68

Opdracht 4, 5 en 6 bespreken

Internetsites laten zien

Opdracht

Kies een verhaalsoort dat je leuk vindt. 

Denk aan de pictogrammen. Schrijf het soort op. 

Ga naar één van de internetsites die op blz. 95 staan. 

Zoek je verhaalsoort op, en kies een titel. 

Schrijf de titel op en waar het boek over gaat.

Schrijf op waarom dit boek je leuk lijkt.  

5 minuten de tijd! Hierna bespreken we jullie antwoorden. 

Huiswerk voor dinsdag

Opdracht 7 t/m 13 van paragraaf 2.1

9b en 10b mag je overslaan

Bij vraag 12 moet je zelf schrijven. Maak er iets moois van!

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?