In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Periode 1, les 1
tekstsoorten en tekstdoelen
Slide 1 - Tekstslide
Voor deze les:
Lid worden van Lessonup.
klascode: fotoy
Boek: Starttaal Compact - 2F
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we leren?
Je weet wat tekstdoelen zijn.
Je kunt verschillende tekstdoelen benoemen.
Je weet wat tekstsoorten zijn.
Je kunt verschillende tekstsoorten benoemen.
Je weet wat voorspellend lezen is.
Je weet wat globaal lezen is.
Slide 3 - Tekstslide
Verschillende tekstdoelen
informeren: je geeft informatie, met name feiten (nieuwsbericht)
activeren: de lezer moet iets doen/kopen/lid worden (advertentie)
overtuigen: je geeft je mening over iets (klachtenbrief)
amuseren: je wilt de lezer vermaken (verhaal, gedicht)
instrueren: je geeft een stap-voor-stap uitleg (recept, handleiding)
Slide 4 - Tekstslide
Tekstsoorten
tekstdoel
Uitleg
Tekstsoort
Informeren
De schrijver wil de lezer informatie geven. Dit zijn vooral feiten
Nieuwsbericht, artikel, informatiefolder
Instrueren
De schrijver legt uit hoe je iets moet doen. Vaak door stapjes
Recept, handleiding
Overtuigen
De schrijver wil de lezer overtuigen van zijn mening door bijv. argumenten
Klachtenbrief
Activeren
De schrijver wil dat de lezer iets gaat doen
Advertentie
Amuseren
De schrijver wil de lezer vermaken
Gedicht, verhaal, boek
Slide 5 - Tekstslide
Je wilt een IKEA-kast in elkaar zetten en hiervoor gebruik je de bijgevoegde handleiding. Wat is het tekstdoel hiervan?
A
informeren
B
activeren
C
instrueren
D
overtuigen
Slide 6 - Quizvraag
Zilverkleurige auto’s zijn veel minder vaak betrokken bij ernstige ongelukken dan auto’s met een andere kleur. Dat blijkt uit een onderzoek van Australische wetenschappers, waarvan het resultaat vrijdag bekend is gemaakt.
Wat is het onderwerp van deze tekst?
Slide 7 - Open vraag
Welk doel heeft de schrijver met de tekst?
A
informeren
B
Amuseren
C
Instrueren
D
Activeren
Slide 8 - Quizvraag
Waar verwijst het woord 'waarvan' naar?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Wat is het doel van deze tekst?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Instrueren
Slide 11 - Quizvraag
Iedere schrijver heeft een schrijfdoel. Bij elk schrijfdoel horen verschillende tekstsoorten.
Activeren
Amuseren
Overtuigen
Informeren
Slide 12 - Sleepvraag
maak een zin in de gebiedende wijs
Slide 13 - Open vraag
Bij welk tekstdoel hoort de gebiedende wijs?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
amuseren
Slide 14 - Quizvraag
Bij welk tekstdoel worden argumenten gegeven?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
activeren
Slide 15 - Quizvraag
Ren je rot tekstdoelen
6 plekken in de klas
Bekijk de tekst op het scherm
Bij welk tekstdoel hoort de tekst? Ren naar die plek.
Fout antwoord? Helaas af.
Wie blijft het langst staan?
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Bij verkennend lezen lees of bekijk je de verschillende tekstonderdelen.
De titel en tussenkopjes De indeling van de tekst (alinea's) Afbeeldingen
De bron(wat zou de bron zijn?)
Wat houden de onderdelen in?
Slide 25 - Tekstslide
Verkennend lezen
Door verkennend te lezen kun je ook voorspellen welke doel de tekst heeft. Sommige tekstsoorten hebben een vast tekstdoel, zoals een recept --> instrueren
De tekstsoort kan dus helpen om het tekstdoel te vinden.
En dat is heel handig voor je lees- en luisterexamen!!
Slide 26 - Tekstslide
Samen verkennend lezen
Maak tweetallen.
Je krijgt allebei een tekst.
Je krijgt 1 minuut de tijd om de tekst verkennend te lezen.
(volgende dia) Vertel aan elkaar wat je denk waar de tekst over gaat.
Vertel welke tekstsoort het is.
Vertel welk tekstdoel het is.
Slide 27 - Tekstslide
Verkennend lezen...
titel
tussenkopjes
aantal alinea's
afbeelding
de bron
Wat is het onderwerp van de tekst?
Weet je al wat de tekstsoort is?
En het doel?
timer
1:00
Slide 28 - Tekstslide
Na verkennend lezen komt globaal lezen
Hierbij lees je de delen die het meest zeggen over de inhoud van de tekst.
!! De inleiding
!! De eerste en laatste zin van elke alinea
Slide 29 - Tekstslide
Globaal lezen
Dit lees je bij globaal lezen.
Welke tekstsoort?
Welk tekstdoel?
Wat is het onderwerp?
Je weet in grote lijnen waar de tekst over gaat.
Slide 30 - Tekstslide
Weet je nu wat tekstdoelen en tekstsoorten zijn?
ja
nee
Slide 31 - Poll
Weet je nu wat verkennend en globaal lezen is?
Nee
Ja
Slide 32 - Poll
Wat ga je doen?
Maak Taak 1 - Opdracht 1 t/m 5
KLaar?
Maak studiemeter - Lezen - Opbouwopdrachten - Tekstsoort en Tekstdoel en verkennend lezen en globaal lezen