Transport door de nauwe houtvaten tegen de zwaartekracht in:
- water moleculen trekken elkaar aan d.m.v. cohesie
- water moleculen 'plakken' aan de celwand d.m.v. adhesie
Slide 18 - Tekstslide
www.facebook.com
Slide 19 - Link
Oplossing
hoe komt dat bij de bladeren?
Worteldruk (paar meter)
Capillaire werking
Bladzuigkracht (verdamping)
Slide 20 - Tekstslide
Bladzuigkracht
Bladeren verdampen water waardoor ze water aantrekken/aanzuigen.
stomata = huidmondje
in de bladeren
sluitcellen die van vorm kunnen veranderen
CO2 opname en O2 afgifte
waterverdamping als ze openstaan
regulatie stomata
warmte, zonnig, wind, droogte
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Guttatie: druppelen van planten uit de bladeren als de verdamping klein is en de worteldruk groot
Slide 23 - Tekstslide
Oplossing
Hoe komt dat bij de bladeren?
Worteldruk (paar meter)
Capillaire werking
Bladzuigkracht
Waterpotentiaal
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Waterpotentiaal
Maat voor de energietoestand van water i.v.m. zuiver water
Bepaalt de richting en beweging van het water (in of uit de cel)
Water stroomt van hoge naar lage waterpotentiaal
Slide 26 - Tekstslide
Waterpotentiaal
Wordt bepaald door:
osmotische waarde
druk in de cel (turgor)
formule:
Slide 27 - Tekstslide
Waterpotentiaal
waterpotentiaal zuiver water bij 1 atmosfeer (atm) is 0 MPa (megapascal)
bij het oplossen van stoffen in water :
waterpotentiaal verlaagt
osmotisch potentiaal wordt negatief
drukpotentiaal wordt verhoogd
water stroomt cel binnen,
osmotische waarde neemt af
druk neemt toe
Slide 28 - Tekstslide
Oefen opdracht
15. a) Een plantencel met een osmotische potentiaal van -0,6 MPa en een waterpotentiaal van 0 MPa wordt ondergedompeld in gedestilleerd water. Wat is de drukpotentiaal van de cel?
b) Als je de cel in een bekerglas met een oplossing van -0,2 MPa waterpotentiaal legt, wat is dan de drukpotentiaal bij evenwicht?
Slide 29 - Tekstslide
Oefen opdracht
15 a) ψw = ψs + ψp
0 = −0,6 MPa + ψp
ψp = 0,6 MPa
b) ψw = ψs + ψp
−0,2 MPa = −0,6 MPa + ψp
ψp = 0,6 MPa − 0,2 MPa = 0,4 MPa
Slide 30 - Tekstslide
Oefen opdracht
20. Een plantencel wordt in zuiver water gelegd. De turgor in de cel is 0,3 MPa en de osmotische druk van de opgeloste deeltjes in de cel is -0,163 MPa. Leg met behulp van een berekening uit hoe het water zich verplaatst.
Slide 31 - Tekstslide
Oefen opdracht
20. ψw = ψs + ψp
Voor zuiver water: ψw = 0 MPa
Voor de plantencel: ψw = ψs + ψp
ψw = −0,163 + 0,3 = 0,137 MPa
Water verplaatst zich van een hoge naar een lage waterpotentiaal, dus water stroomt uit de
cel naar het zuivere water.
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Video
Waterpotentiaal
hoe draagt dit bij aan de sapstroom?
door verdamping o.a. is verschilt het waterpotentiaal in de houtvaten in de bladeren t.o.v. de houtvaten in de wortels en zal het water verplaatsen
Slide 34 - Tekstslide
Opwaartse sapstroom via...
Worteldruk (paar meter)
Capillaire werking:
cohesie/adhesie
(via speciale cellen xylem)
Bladzuigkracht /
verdampingsstroom
via stomata
Waterpotentiaal
Slide 35 - Tekstslide
Het transport van water, dat een boom uit de grond heeft opgenomen, stopt als de boom zijn bladeren laat vallen. Welke kracht valt weg door het ontbreken van de bladeren?
A
capillaire werking
B
worteldruk
C
verdamping
D
adhesie
Slide 36 - Quizvraag
Op een zomerse dag met veel wind neemt de plant meer water op dan normaal. Waardoor?
A
Meer zuigkracht van de bladeren
B
Meer worteldruk
C
Meer capillaire werking
D
Geen van allen
Slide 37 - Quizvraag
Welke proces is geen belemmering voor de wateropname van een plant?
A
Een schimmelinfectie in de houtvaten
B
Gesloten huidmondjes
C
Doorgesneden bastvaten
D
Een hoge osmotische waarde in het grondwater
Slide 38 - Quizvraag
In de praktijk: Waarom heb je vaak dauw vroeg in de ochtend? Verklaar je antwoord.