Hoofdstuk 11

Samenvatting
Hoofdstuk 11 - Ontbinden in factoren




1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Samenvatting
Hoofdstuk 11 - Ontbinden in factoren




Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel 1: 
  • Je leert wat priemfactoren zijn
  • Je leert formules ontbinden in factoren

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn factoren?
Factoren zijn delen van een som die je met elkaar vermenigvuldigd.

Bijvoorbeeld: 4 x 3 = 12
De factoren zijn 4 en 3

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn priemfactoren?
Priemfactoren zijn de priemgetallen waar je een groter geheel getal door kan delen.

Bijvoorbeeld: 60 = 2 × 2 × 3 × 5
2, 3 en 5 zijn priemgetallen

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn priemfactoren?
Schrijf 55 als een product van priemfactoren.
55 = 5 × 11

Schrijf 12 als een product van priemfactoren.
12 = 2 × 2 × 3

Slide 5 - Tekstslide

Formules ontbinden in factoren
Je kan een formule als                     schrijven als een product van factoren.

12 kan je schrijven als 2 × 2 × 3 
kan je schrijven als           




y=12x2
x2
xx
12x2=223xx

Slide 6 - Tekstslide

Formules ontbinden in factoren
Je kan            nu ontbinden in 2 factoren.


Bijvoorbeeld:




Dit noemen we ONTBINDEN IN FACTOREN.

12x2=223xx
12x2
12x2=6x2x
12x2=43x2

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht  S1 en S2
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Leerdoel 2: 
  • Je leert hoe je een tweeterm ontbind in factoren.

Slide 10 - Tekstslide

Ontbinden van tweetermen
De formule b = 8a - 28 is een tweeterm

Beide termen zijn deelbaar door?
8a = 2 x 2 x 2 x a 
-28 = -2 x 2 x 7
Zoek de grootste gemeenschappelijke factor: allebei hebben ze 2 x 2 

Door de grootste gemeenschappelijke factor buiten haakjes te halen,
 kan je de tweeterm ontbinden in twee factoren 
b =   4 (2a - 7)




Controleer je antwoord door de haakjes weg te werken.

Slide 11 - Tekstslide

Ontbinden van tweetermen



          





grootste gemene factor = 

dus 










grootste gemene factor is:

dus 

k=27p2+18p
p=12b+30
27p2=333pp
27p2=233p
33p=9p
k=9p(3p+2)
12b=223b
30=235
23=6
p=6(2b+5)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht S3 en S5.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Leerdoel 3
  • Je leert hoe je het snijpunt van twee grafieken berekent.

Slide 15 - Tekstslide

Ontbinden van drietermen
De formule                                    is een drieterm

Wanneer je een dubbele haakjes wegwerkt ontstaat er een drieterm.



   


y=x2+6x+8
y=(x+2)(x+4)=x2+6x+8

Slide 16 - Tekstslide

Ontbinden van drietermen
Ontbind                                       als een product van 2 factoren.

1) Welk product zoek je en welke som zoek je? 
          De opgeteld (+) is 7 en keer elkaar (x) is 10
2) Maak een schema waarin je opzoek gaat naar de juiste som voor het product.

3) Welke getallen kan je gebruiken om dit product te krijgen en waarbij de som klopt?
     De getallen 2 en 5, want bij elkaar opgeteld 7 en keer elkaar 10.
4) Schrijf de drieterm als een product van 2 factoren. Een formule met dubbele haakjes
   
5) Controleer of het klopt door de haakjes weg te werken. 


   


y=x2+7x+10
× (10)
+ (7)
1 × 10
8
-1 × -10
-8
2 × 5
7
-2 × -5
-7
y=(x+2)(x+5)

Slide 17 - Tekstslide

Ontbinden van drietermen
Ontbind                                       als een product van 2 factoren.

1) Welk product (×) zoek je en welke som (+) zoek je? 
          De opgeteld (+) is 14 en keer elkaar (x) is 45
2) Maak een schema waarin je opzoek gaat naar de juiste som voor het product.

3) Welke getallen kan je gebruiken om dit product te krijgen en waarbij de som klopt?
     Gebruik de getallen 5 en 9
4) Schrijf de drieterm als een product van 2 factoren. Een formule met dubbele haakjes
    Altijd in de standaard vorm: y= (x+...)(.x+...)    dus y=(x+5)(x+9)
5) Controleer of het klopt door de haakjes weg te werken. 


   


y=x2+14x+45
× (45)
+ (14)
3×15
17
5×9
14
×
×

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht S4 en S6.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Leerdoel 4
  • Je leert hoe met ontbinden in factoren een vergelijking oplost.
  • Je leert hoe je de snijpunten van een parabool met de horizontale as vindt.

Slide 22 - Tekstslide

Met ontbinden in factoren een vergelijking oplossen.
Wanneer het product van 2 factoren 0 is
geldt dat 1 van de 2 factoren 0 moet zijn.

A x B = 0
dan geldt A=0 of B=0 

want 2 x 0 = 0 
0 x 3 = 0 etc.

Slide 23 - Tekstslide

Met ontbinden in factoren een vergelijking oplossen.





Hieruit volgt dat x+8=0 of x-9=0

De vergelijking heeft 2 oplossingen, namelijk x=-8 of x=9
.
(x+8)(x9)=0
x2x72=0
(Ontbonden in factoren)

Slide 24 - Tekstslide

Snijpunten parabool met x-as.
De vergelijking heeft 2 oplossingen
namelijk x=-8 of x=9

Deze oplossingen zijn de snijpunten 
van de parabool met de x-as.

Want je hebt berekent wat de oplossingen zijn
wanneer y gelijk is aan 0. 
Dit is namelijk de x-as
x
y

Slide 25 - Tekstslide

Bereken de snijpunten van de parabool met de x-as


1) Schrijf "= 0"

2) A x B = 0

3) Los op 

Let op! Er zijn meestal 2 oplossingen!!
(2t8)(t+3)=s
3k(4k+16)=u
(2t8)(t+3)=0
3k(4k+16)=0
2t8=0
t+3=0
of
2t=8
t=3
of
t=4
3k=0
of
of
k=0
4k+16=0
4k=16
k=4

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht S7 en S8.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Leerdoel 5: 
  • Je leert hoe je kwadratische vergelijkingen moet oplossen.

Slide 30 - Tekstslide

Kwadratische vergelijkingen oplossen.
1) Kijk of je de formule kan oplossen met bordjes.
   Dit is vaak bij formules met maar 1 variabele.


2) Meer dan 1 variabele? Herleid de formule op nul.
    Zorg dat achter het '=teken' nul komt te staan.

3) Ontbind de tweeterm of drieterm in factoren.
     Plaats haakjes in de vergelijking.

4) Los de vergelijking op met de regel A × B =0
    Dan geldt A=0 of B=0


Slide 31 - Tekstslide

Los de vergelijkingen op: 




Op de volgende slide staan de uitwerkingen.
a2+9a+18=0
3t2+9t=0
100d2=19
(p5)(p+6)=26
Gebruik de stappen van uit de vorige slide.

Slide 32 - Tekstslide

Los de vergelijkingen op:













Zie volgende slide
a2+9a+18=0
3t2+9t=0
100d2=19
(p5)(p+6)=26
(a+2)(a+9)=0
a+2=0
a+9=0
a=2
a=9
v
v
3t(t+3)=0
3t=0
t+3=0
t=0
t=3
v
v
100d2=19
d2=81
d=9
d=9
v

Slide 33 - Tekstslide

Het kan voorkomen dat dubbele haakjes op 'nul' moet herleiden. Dan moet je eerst de haakjes wegwerken voordat je op nul kan herleiden. De stappen staan hieronder:

1) Haakjes wegwerken, anders kun je niet op nul herleiden.

2) Korter schrijven want je hebt gelijksoortige termen.

3) Herleiden op nul want je kunt nu niet de regel A x B = 0 toepassen.

4) Ontbinden in factoren. Het is een drieterm dus in de standaard vorm: y= (x+...)(.x+...)   

5) Stel beide factoren gelijk aan nul. AxB=0

6) Los de vergelijkingen op. Dus wat moet er op de plek van p komen te staan? Er zijn weer 2 oplossingen.
(p5)(p+6)=26
p25p+6p30=26
p2+p30=26
p2+p56=0
(p+8)(p7)=0
p+8=0
p7=0
p=8
p=7
v

v

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht S9
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll


Ben je voldoende voorbereid voor de toets? 
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll


Verwacht je een goed cijfer te halen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

Veel succes!
Je kan het!

Slide 40 - Tekstslide