In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Blok 5 Fictie
leerjaar 1
BBL/KBL/TL
Slide 1 - Tekstslide
startopdracht Schrijf 5 beoordelingswoorden op
Slide 2 - Open vraag
Wat gaan we doen:
- Terugblikken fictie hoofdstuk 4;
- Instructie in twee groepen (bbl/kbl - tl);
- Zelfstandig werken.
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen
BBL en KBL:
- Je weet hoe een schrijver spanning in een verhaal brengt;
- Je weet het verschil tussen gepaarde rijm en gekruiste rijm.
TL:
- Je kunt een beschrijving geven van personen in een verhaal.
Slide 4 - Tekstslide
Wat is verschil tussen een hoofdpersoon en een bijfiguur
Slide 5 - Open vraag
Noem twee verhaalsoorten
Slide 6 - Open vraag
Noem een televisieprogramma wat niet realistisch is (eigenlijk een TL vraag)
Slide 7 - Open vraag
Een verhaal spannend maken
1 het verhaal speelt zich af in een enge of gevaarlijke omgeving;
2 de hoofdpersoon komt in een bedreigende of gevaarlijke situatie;
3 de hoofdpersoon moet een raadsel of probleem oplossen;
4 je bent bijna bij de oplossing, maar er is eerst nog uitstel.
Slide 8 - Tekstslide
KBL & TL
Pak je boek en schrift.
Ga naar blok 5 fictie (KBL= blz. 214, TL= blz 230)
Maak opdracht 1 in je schrift.
Antwoord in hele zinnen;
Gebruik hoofdletters en punten;
Klaar? foto van je schrift mailen of je schrift op de hoek van je tafel;
Pak een boek om te lezen.
Slide 9 - Tekstslide
BBL
We gaan samen het verhaal Gonzend verhaal lezen
Daarna beantwoorden we hier vragen over.
Slide 10 - Tekstslide
Welke twee personen komen voor in dit verhaal?
Slide 11 - Open vraag
Wie is de hoofdpersoon?
Slide 12 - Open vraag
Geef een voorbeeld van een zin waaruit je kunt opmaken wat de hoofdpersoon denkt, of voelt.
Slide 13 - Open vraag
Het insect is niet zomaar een mug. Leg uit. Het is niet zomaar een mug, omdat … .
Slide 14 - Open vraag
Zeg met andere woorden: ‘Hij liet zich niet lek prikken’. (regel 25) Hij liet … .
Slide 15 - Open vraag
Zeg met andere woorden: ‘Hij maaide paniekerig met zijn hand’. (regel 31) Hij … .
Slide 16 - Open vraag
‘De mug vloog op en legde beslag op de ruimte.’ (regel 60). Wat wil de schrijfster hiermee duidelijk maken? De schrijfster bedoelt te zeggen dat … .
Slide 17 - Open vraag
KBL en BBL
Gepaarde rijm = opvolgend (aa bb)
Gekruiste rijm = om en om (ab ab)
Slide 18 - Tekstslide
A
Gekruiste rijm
B
Gepaarde rijm
Slide 19 - Quizvraag
Op een konijn Bij Noordwijk zwom een nat konijn te midden van een school tonijn. ‘Tja,’ sprak het beest, ‘dat tomt er van Als men de ta niet zeggen tan.’
A
Gekruiste rijm
B
Gepaarde rijm
Slide 20 - Quizvraag
Aan de slag:
BBL: Online methode blok 5 fictie opdrachten maken
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.