1. Lees STIL H4, paragraaf 4.1 + 4.2.1 (p. 118 t/m 121)
2. Maak deze vragen:
a. Welke stoffen zijn nodig om energie te krijgen? Welke stoffen ontstaan er naast energie?
b. Beschrijf de onderdelen van het ademhalingsstelsel van
mond-/neusholte tot longblaasjes.
c. Wat gebeurt er in de neusholte met de ingeademde lucht?