In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Algoritmes: wat zijn ze en wat doen ze?
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat een algoritme is en wat het doet.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel van de les.
Wat weet jij al over algoritmes?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een algoritme?
Een algoritme is een stappenplan om een probleem op te lossen.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat een algoritme is en hoe het werkt.
Voorbeelden van algoritmes
Een recept, een instructie voor een spelletje en een routebeschrijving zijn voorbeelden van algoritmes.
Slide 5 - Tekstslide
Geef voorbeelden van algoritmes die studenten in het dagelijks leven gebruiken.
Hoe werkt een algoritme?
Een algoritme bestaat uit een reeks stappen die in een specifieke volgorde moeten worden uitgevoerd om een probleem op te lossen.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit hoe een algoritme werkt en dat de volgorde van de stappen belangrijk is.
Waar worden algoritmes gebruikt?
Algoritmes worden gebruikt in verschillende gebieden, zoals wiskunde, informatica, natuurkunde en biologie.
Slide 7 - Tekstslide
Geef voorbeelden van verschillende gebieden waarin algoritmes worden gebruikt.
Algoritmes in de computerwetenschappen
In de computerwetenschappen worden algoritmes gebruikt om problemen op te lossen en taken uit te voeren in software en applicaties.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit hoe algoritmes worden gebruikt in de computerwetenschappen.
Belang van algoritmes
Algoritmes zijn belangrijk omdat ze ons helpen problemen op te lossen en taken efficiënter uit te voeren.
Slide 9 - Tekstslide
Benadruk het belang van algoritmes in ons dagelijks leven en in verschillende gebieden.
Algoritmes in actie
Laat de studenten een eenvoudig algoritme opstellen voor het maken van een boterham of het spelen van een spelletje.
Slide 10 - Tekstslide
Laat studenten in kleine groepen werken om een algoritme op te stellen voor een eenvoudige taak.
Wat heb je geleerd?
Wat is een algoritme? Waar worden algoritmes gebruikt? Waarom zijn algoritmes belangrijk?
Slide 11 - Tekstslide
Vraag de studenten om te herhalen wat ze hebben geleerd tijdens de les.
Zelf aan de slag
Geef de studenten de opdracht om een algoritme op te stellen voor een dagelijks probleem, zoals het maken van hun bed.
Slide 12 - Tekstslide
Geef de studenten een praktische opdracht om hun begrip van algoritmes toe te passen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 14 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 15 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.