1B 6 april taalverzorging grammatica

De verleden tijd van zwakke werkwoorden.
ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is en hoe ik die kan vinden. 
bijvoeglijk naamwoord: wat is dat?
Nederlands online
6 april
taalverzorging grammatica
blz. 140 
Hebben we alle doelen behaald?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De verleden tijd van zwakke werkwoorden.
ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is en hoe ik die kan vinden. 
bijvoeglijk naamwoord: wat is dat?
Nederlands online
6 april
taalverzorging grammatica
blz. 140 
Hebben we alle doelen behaald?

Slide 1 - Tekstslide

Even terug naar vorige week:

Spelling van werkwoorden in de verleden tijd.

Weet je het nog? --------> 

Slide 2 - Tekstslide

'T ex-kofschip gebruik je voor de verleden tijd van:
A
sterke en zwakke werkwoorden
B
sterke werkwoorden
C
zwakke werkwoorden

Slide 3 - Quizvraag

De verleden tijd van zwakke werkwoorden maak je door -de(n) of -te(n) achter de stam te zetten.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Twijfel je? Zit de letter in 't ex-kofschip?
Nee is een ....
A
D
B
T

Slide 5 - Quizvraag

Het bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord kun je vóór een zelfstandig naamwoord zetten, en geeft een eigenschap aan of zegt iets over dat zelfstandig naamwoord.

zelfstandig naamwoord: mensen, dieren, planten, dingen
bijvoeglijk naamwoord: eigenschap van het zelfstandig naamwoord

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden
leuk, mooi, groen, klein, koud, rood, donker etc. etc.

Je hebt ook stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden. 
Die zeggen iets over van welke stof het is gemaakt, 
bijvoorbeeld plastic, hout, kristal.

Slide 7 - Tekstslide

De
leerling
stond
op
de
school
Bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
nieuwe
verkeerde

Slide 8 - Sleepvraag

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quizvraag

Jan heeft een nieuwe auto gekocht.
A
auto is bijvoeglijk naamwoord
B
Jan is bijvoeglijk naamwoord
C
nieuwe is bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Quizvraag

Verliefd is een...
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Quizvraag

Heerenveen is een ...
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk zelfstandig naamwoord

Slide 12 - Quizvraag

Aardig is een ...
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Quizvraag

Auto is een ...
A
lidwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 14 - Quizvraag

Metalen is een ...
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk zelfstandig naamwoord

Slide 15 - Quizvraag

Welke is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
grote
B
plastic
C
kleurige
D
koude

Slide 16 - Quizvraag

Welke is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
grappige
B
blauwe
C
vierkante
D
leren

Slide 17 - Quizvraag

Aan het werk

blz. 140 Hoofdstuk 5 taalverzorging grammatica
maken opdracht 1 t/m 3, keuze 5 óf 6 (1 van deze). 
Makkelijk? Maak ook opdr. 4

Klaar? Geef dit aan bij de docent in de chat/handje opsteken.
timer
30:00

Slide 18 - Tekstslide

Leesboek
Het is de bedoeling dat je aan het einde van deze maand je leesboek uit hebt. Zorg dat je het boek in je tas hebt, dan kun je lezen op school en dat scheelt je tijd thuis!

Als je het uit hebt, begin je vast aan je boekverslag. 

Inleverdatum: maandag 10 mei 2021

Slide 19 - Tekstslide

Morgen in de les:
Tijd om je boekendoos te verbeteren. Neem hiervoor dus spullen mee! 

Laptop hebben we op school, voor als je iets wilt typen. 

Zorg ook dat je leesboek 2 bij je hebt, als je klaar bent is het vrij leesuur!

Slide 20 - Tekstslide