Leesvaardigheid voor 2e klas: Tekstbegrip

Fases in het leesproces

1. Oriënteren, 2. Voorspellen, 3. Vaststellen van hoofdgedachte, 4. Vragen stellen, 5. Visualiseren, 6. Samenvatten.

Leg de verschillende fases uit in het leesproces. Laat zien hoe deze fases van invloed zijn op het begrijpen van een tekst.

Leesvaardigheid voor 2e klas: Tekstbegrip

Leerdoel

Aan het einde van deze les kan je twee soorten verwerkingsopdrachten maken om je leesvaardigheid te verbeteren.

Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten.

Wat weet je al over het begrijpen van een tekst?

Voorspellen

Lees de eerste alinea en voorspel waar de tekst over gaat.

Laat de studenten de tekst voorspellen door alleen de eerste alinea te lezen. Bespreek de voorspellingen klassikaal.

Oriënteren

Bekijk de titel, kopjes, plaatjes en onderschriften. Wat weet je al over het onderwerp?

Laat de studenten de tekst oriënteren en laat hen nadenken over wat ze al weten over het onderwerp.

Hoofdgedachte

Wat is de hoofdgedachte van de tekst? Wat wil de schrijver vertellen?

Leg uit wat de hoofdgedachte van een tekst is en laat de studenten deze bepalen. Bespreek de antwoorden klassikaal.

Vragen stellen

Stel vragen over de tekst om je begrip te vergroten.

Leg uit hoe het stellen van vragen kan helpen bij het begrijpen van een tekst. Laat de studenten vragen stellen over de tekst.

Visualiseren

Maak een tekening of mentale voorstelling van de tekst.

Leg uit hoe visualisatie kan helpen bij het begrijpen van een tekst. Laat de studenten een tekening maken of een mentale voorstelling maken van de tekst.

Verwerkingsopdracht 1

Schrijf vijf vragen over de tekst.

Geef de eerste verwerkingsopdracht, waarbij de studenten vragen moeten opstellen over de tekst.

Verwerkingsopdracht 2

Schrijf een korte samenvatting van de tekst.

Geef de tweede verwerkingsopdracht, waarbij de studenten een korte samenvatting moeten schrijven.

Tips

Lees rustig en geconcentreerd, markeer belangrijke informatie, gebruik de fases in het leesproces.

Geef enkele tips aan de studenten om hun leesvaardigheid te verbeteren.

Conclusie

Je hebt geleerd hoe je je leesvaardigheid kan verbeteren en twee soorten verwerkingsopdrachten kan maken.

Vat de belangrijkste punten van de les samen.

Bronvermelding

Voeg een bronvermelding toe voor de gebruikte tekst.

Vermeld de bron van de gebruikte tekst en eventuele afbeeldingen.

Vragen

Zijn er nog vragen over de les?

Bied ruimte aan de studenten om vragen te stellen over de les.

Evaluatie

Hoe vond je de les?

Evalueer de les met de studenten en vraag om feedback.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Samenvatten

Schrijf een samenvatting van de tekst in maximaal vijf zinnen.

Leg uit hoe een samenvatting kan helpen bij het onthouden van de informatie in een tekst. Laat de studenten een samenvatting schrijven.