In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
H8 Over economische grenzen
Hoofdstuk 8
herhaling
Over economische grenzen
Slide 1 - Tekstslide
Als het slecht gaat met de Nederlandse export, is dat nadelig voor de werkgelegenheid in ons land.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Export van goederen en diensten levert Nederlandse bedrijven inkomsten op.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Alles wat Nederland exporteert, is in ons land geproduceerd.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van export.
A
Een Liberiaanse tanker vervoert olie voor Shell Nederland
B
Duizend bezoekers wonen in Brazilië een optreden van
Martin Garrix bij
C
Een Nederlandse familie gaat een weekendje naar Euro-Disney
D
Via het Duitse Amazon.de koop je een nieuwe fiets.
Slide 5 - Quizvraag
Een reden voor Nederlandse bedrijven om te exporteren is dat de binnenlandse markt voor hen te klein is.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Een land dat afhankelijk is van de internationale handel heeft een gesloten economie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Hoe noem je een overzicht van alle betalingen aan het buitenland en ontvangsten uit het buitenland?
A
begroting
B
betalingsbalans
C
wederuitvoer
D
internationale balans
Slide 8 - Quizvraag
Als er bij een betalingsbalans meer export is dan import, is er sprake van:
A
overschot
B
evenwicht
C
te kort
Slide 9 - Quizvraag
Ellen woont in Nederland, maar ze heeft een spaarrekening in Denemarken. Hier is sprake van:
A
Vrij verkeer van goederen en diensten
B
Vrij verkeer van personen
C
Vrij verkeer van kapitaal
Slide 10 - Quizvraag
Marja is in Nederland opgegroeid, maar zij studeert sinds enkele jaren in Oostenrijk. Hier is sprake van:
A
Vrij verkeer van goederen en diensten
B
Vrij verkeer van personen
C
Vrij verkeer van kapitaal
Slide 11 - Quizvraag
Thomas bestelt zijn kleding via internet in Duitsland en Italië. Hier is sprake van:
A
Vrij verkeer van goederen en diensten
B
Vrij verkeer van personen
C
Vrij verkeer van kapitaal
Slide 12 - Quizvraag
Wilson komt uit Ierland, maar werkt al jaren in Portugal. Hier is sprake van:
A
Vrij verkeer van goederen en diensten
B
Vrij verkeer van personen
C
Vrij verkeer van kapitaal
Slide 13 - Quizvraag
In Ierland betalen bedrijven 12,5% vennootschapsbelasting, In Nederland en andere EU-landen is dat 20 of 25%. Waarom heeft de Ierse overheid voor zo'n laag percentage gekozen?
A
Dat levert ze minder belasting op.
B
Dat zorgt voor meer productie en werkgelegenheid.
C
Dat zorgt voor eerlijke concurrentie.
Slide 14 - Quizvraag
De kosten van handel binnen de eurozone zijn door het gebruik van de euro hoger geworden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
De euro zorgt ervoor dat je de prijzen binnen de eurozone makkelijker met elkaar kunt vergelijken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Gegevens Nederland in 2012 Import: 425 miljard Export: 375 miljard Nationaal inkomen: 607 miljard Hoe groot was de importquote?
A
61,8%
B
70%
C
1,3%
D
142%
Slide 17 - Quizvraag
Gegevens Nederland in 2012 Import: 425 miljard Export: 375 miljard Nationaal inkomen: 607 miljard Hoe groot was de exportquote?