Modal Verbs (moeten)


must / have to / should
(zou) moeten
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


must / have to / should
(zou) moeten

Slide 1 - Tekstslide

Must, have to, should, ought to
1. Should (not) + hele werkwoord als jij vindt dat iets (niet) zou moeten. Je geeft advies of raadt iets af. 

2. must (not) + hele werkwoord als jij vindt dat iets (niet) moet. Krachtiger dan should.

3. has to / have to + hele werkwoord om zekerheid, noodzaak of verplichting uit te drukken. Iets moet van iemand anders

4. don't have to / doesn't have to + hele werkwoord iets hoeft niet, het is geen verplichting.

Slide 2 - Tekstslide

I think you ___ study a lot for tests.
A
should
B
have to

Slide 3 - Quizvraag

You ___ do your homework or you'll get a punishment.
A
must
B
have to
C
should

Slide 4 - Quizvraag

There are plenty tomatoes in the fridge, you.... buy any.
A
must not
B
should not
C
don't have to

Slide 5 - Quizvraag

It's a hospital. You ... smoke.
A
must not
B
don't have to
C
should not

Slide 6 - Quizvraag

The teacher says you ____ raise your hand before you ask a question.
A
have to
B
must
C
should

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Link

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link

Opdracht
Vul de juiste modal in

Slide 11 - Tekstslide

Mum says you ___ do the dishes tonight.

Slide 12 - Open vraag

I think you ___ listen to your parents.

Slide 13 - Open vraag

You ____ (not) cross the street without looking. (sterk)

Slide 14 - Open vraag

Look at that dog wagging it's tail. It ___ be excited.

Slide 15 - Open vraag

You ___ do your homework if it is not in Magister.

Slide 16 - Open vraag

The teacher says you always ____ do your homework.

Slide 17 - Open vraag

But mum, I ___ see this film otherwise my friends will make fun of me

Slide 18 - Open vraag

I really want to go to this concert, you ___ let me go!

Slide 19 - Open vraag

Mijn moeder zegt dat ik vanavond moet koken.

Slide 20 - Open vraag

Je hoeft je boeken niet open te doen.

Slide 21 - Open vraag

Je zou stil moeten zijn.

Slide 22 - Open vraag

Ik moet echt leren voor deze toets.

Slide 23 - Open vraag