BIO basis 1 - 3.1 Zintuigen en prikkels

3.1 Zintuigen en prikkels
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.1 Zintuigen en prikkels

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Welkom
  • Bespreken vragen/huiswerk & terugblik vorige les 
  • Leerdoelen 
  • Opdracht/werkvorm
  • Begrippen die je moet weten 
  • Terugblik op de les 

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
  • Deze week: Opdrachten  van ...... 
    + nakijken
  • Zijn er vragen n.a.v. de vorige les? 


timer
2:30

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog van §2.2 Spieren?

Slide 4 - Woordweb

Leerdoel
 Je leert welke zintuigen je hebt 
en hoe je lichaam op prikkels reageert.​

Slide 5 - Tekstslide

Zintuigen

Slide 6 - Tekstslide

Met de zintuigen    kun je informatie uit je omgeving waarnemen   .
Een prikkel    is informatie uit je omgeving.
(delen van) organen die prikkels opvangen en omzetten in berichten voor de hersenen
alles wat je doet om je omgeving te leren kennen: kijken, luisteren, proeven, voelen en ruiken 
informatie uit je omgeving; verandering waarop een organisme kan reageren. 

Slide 7 - Tekstslide

Spieren
Aan je botten zitten spieren.

Spieren en gewrichten heb je nodig om bewegingen te kunnen maken. 

Slide 8 - Tekstslide

Welke prikkel wordt hier waargenomen?
A
licht
B
geurstoffen
C
geluid
D
smaakstoffen

Slide 9 - Quizvraag

Welke zintuig hoort hierbij?
A
tong
B
neus
C
oor
D
oog

Slide 10 - Quizvraag

Welke prikkel wordt hier waargenomen?
A
licht
B
geurstoffen
C
geluid
D
smaakstoffen

Slide 11 - Quizvraag

Welke zintuig hoort hierbij?
A
tong
B
neus
C
oor
D
oog

Slide 12 - Quizvraag

Welke prikkel wordt hier waargenomen?
A
licht
B
geurstoffen
C
geluid
D
smaakstoffen

Slide 13 - Quizvraag

Welke zintuig hoort hierbij?
A
licht
B
geurstoffen
C
geluid
D
smaakstoffen

Slide 14 - Quizvraag

Welke prikkel wordt hier waargenomen?
A
licht
B
pijn, kou, warmte, aanraken
C
geluid
D
smaakstoffen

Slide 15 - Quizvraag

Welke zintuig hoort hierbij?
A
huid
B
neus
C
oor
D
oog

Slide 16 - Quizvraag

Welke prikkel wordt hier waargenomen?
A
licht
B
pijn, kou, warmte, aanraken
C
geluid
D
smaakstoffen

Slide 17 - Quizvraag

Welke zintuig hoort hierbij?
A
huid
B
neus
C
oor
D
oog

Slide 18 - Quizvraag

Hoe reageert je lichaam op een prikkel?

Na een waarneming kun je reageren      : je doet iets.

Als er een prikkel bij een zintuig komt, reageer je niet direct. Eerst maakt je zintuig van de prikkel een bericht. Dit bericht gaat naar je hersenen. Je hersenen beslissen hoe je op de prikkel gaat reageren.
iets doen na verwerking van berichten uit de zintuigen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Zet de zinnen in de goede volgorde.
1
2
3
4
5
6
Louise merkt dat ze pijn heeft.
Haar hersenen sturen een bericht naar haar spieren. 
Het bericht gaat naar haar hersenen. 
In haar huid wordt de prikkel omgezet in een bericht. 
Louise trekt haar hand weg.
Louise raakt een hete pan aan. 

Slide 21 - Sleepvraag

Werking van de spier

Slide 22 - Tekstslide

Hoe worden berichten in je lichaam verstuurd?

De berichten van zintuigen en van de hersenen worden verstuurd via de zenuwen      . Zenuwen liggen tussen de zintuigen en de hersenen. En ook tussen de hersenen en de spieren. 


dunne "draden" in je lichaam die berichten vervoeren

Slide 23 - Tekstslide

De zenuwen lopen in je rug via het  ruggenmerg        naar de hersenen. Het ruggenmerg zit goed beschermd in je wervelkolom. Je zenuwen, hersenen en ruggenmerg vormen je zenuwstel      .
deel van het zenuwstelsel dat in de wervelkolom ligt, via je ruggenmerg gaan berichten van zintuigen naar de hersenen en van de hersenen naar de spieren
bestaat uit zenuwen, ruggenmerg en hersenen

Slide 24 - Tekstslide

Iemand raakt je hand aan.

Wat gebeurt er op dit plaatje?
A
De hersenen maken van de prikkel een bericht.
B
De zintuigen maken van de prikkel een bericht.

Slide 25 - Quizvraag

Om te onthouden 
Je hebt 5 zintuigen: oog, oor, neus, tong en huid. Deze zijn gevoelig voor informatie uit je omgeving: prikkels. 

Zintuigen zetten prikkels om in berichten. De berichten gaan naar je hersenen. Je hersenen bepalen hoe ze hier op moeten reageren. De hersenen sturen berichten naar je spieren. Je lichaam reageert.

Berichten worden in je lichaam verstuurd via zenuwen. 
Zenuwstelsel: zenuwen, ruggenmerg en hersenen.

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht .....
Practicum  spierballen meten 

Slide 28 - Tekstslide

Terugblik op de les  

Slide 29 - Tekstslide