2.1 Nederland als industriële samenleving - 2024

Nederland als industriële samenleving

Hoofdstuk 2
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederland als industriële samenleving

Hoofdstuk 2

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdvraag:

Hoe veranderde de Nederlandse samenleving door industrialisatie en economische groei?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt uitleggen waarom België eerder industrialiseerde dan Nederland.

Je kunt uitleggen wanneer en waardoor de industrialisatie in Nederland op gang kwam.

Je kunt de arbeidsomstandigheden en woonomstandigheden van ondernemers en arbeiders in de 19e eeuw beschrijven.


Slide 3 - Tekstslide

Industriële Revolutie
  • De overgang van kleinschalige handmatige productie naar grootschalige machinale productie

  • Tussen 1750-1900 begonnen in Engeland 

  • Belangrijkste uitvinding:  De stoommachine

Slide 4 - Tekstslide

van kleinschalige handmatige productie...
... naar grootschalige machinale productie

Slide 5 - Tekstslide

Nederland industrialiseert laat (1)
  • Pas vanaf 1860

  • Handel blijft voor veel investeerders belangrijk: weinig vertrouwen in de industrie

  • Geen geschikte grondstoffen voor industrie

  • Op de afbeelding: papier maken rond 1800 en rond 1870

Slide 6 - Tekstslide

Nederland industrialiseert laat (2)
  • 1830 Belgie in opstand
  • 1839  Willem I erkent  onafhankelijkheid België

Slide 7 - Tekstslide

Industrie in NL
  • 100 jaar later (1860) fabrieken in Nederland
  • Vooral in Twente.
- Was veel huisnijverheid
- Veel arme mensen --> goedkope arbeiders

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk
Maken: paragraaf 2.1 
opdracht 1ab, 2, 4, 5, 7 t/m 15
Beantwoord de leervragen (zie leerdoelen)

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt uitleggen waarom België eerder industrialiseerde dan Nederland.

Je kunt uitleggen wanneer en waardoor de industrialisatie in Nederland op gang kwam.

Je kunt de arbeidsomstandigheden en woonomstandigheden van ondernemers en arbeiders in de 19e eeuw beschrijven.


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

De arbeidsomstandigheden veranderden
  • De werkomstandigheden waren:
  • Slecht voor de gezondheid (stoffig, vochtig, slecht verlicht en veel lawaai)
  • Onveilig. Er waren geen veiligheidsvoorschriften.

Slide 12 - Tekstslide

Daarnaast was het werk in de fabriek:
  • Saai en eentonig werk door arbeidsdeling en lopende band)
  • Lange werkdagen (14 uur per dag)
  • De arbeiders hebben amper rechten.
  • Lage lonen 
  • Het hele gezin moet werken.


Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen van de industrialisatie

  • Arbeiders (meestal vroeger boeren en landarbeiders) trekken naar de stad: urbanisatie/verstedelijking

  • Steden groeien snel: er moeten snel woningen worden gemaakt/gevonden

  • Slechte woonomstandigheden ( slechte hygiëne, meerdere gezinnen bij elkaar in een kleine woning)

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Maken: paragraaf 2.1 
opdracht 1ab, 2, 4, 5, 7 t/m 15
Beantwoord de vragen bij de histoclip Industriële revolutie
Beantwoord de leervragen (zie leerdoelen)

Slide 15 - Tekstslide

Vervoer en techniek
  • Voor industrialisatie  heb je infrastructuur nodig
  • ==> voor vervoer van grondstoffen en eindproducten
  • Willem I investeerd veel in infrastructuur (koning koopman)
  • Liet kanalen graven
  • 1839: eerste trein tussen Amsterdam en Haarlem

==> vanaf 1860 komt industrialisatie van Nederland op gang
  • De kolonie Nederlands-Indië speelt hierbij ook een grote rol.

Slide 16 - Tekstslide