Begeleiden in de zorg samenwerken en netwerken
1 / 18
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Je moet een kast verplaatsen die te zwaar is voor jou alleen. Wie vraag je om hulp?
Slide 2 - Woordweb
Kun jij goed samenwerken?
A
Jazeker, ik bereik samen vaak meer dan alleen
B
Best wel, maar het hangt er wel van af met wie.
C
Niet zo heel goed, ik begrijp niet zo goed wat anderen bedoelen
D
Nee, ik kan beter alleen werken dan met anderen samen.
Slide 3 - Quizvraag
wat heb je nodig om goed te kunnen samenwerken?
A
Dat anderen naar mij luisteren
B
Dat ik naar anderen luister
C
Dat het doel waar we aan werken, duidelijk is
D
Dat we elkaar begrijpen.
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Video
Wat is de belangrijkste reden dat de samenwerking misgaat in dit filmpje?
A
de man verslaapt zich
B
De moeder van de man bemoeit zich ermee
C
De man is niet gemotiveerd
D
De man is dikker dan de anderen.
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Beschrijf een situatie waarin je moest samenwerken, maar de samenwerking niet goed verliep.
Slide 8 - Open vraag
Netwerken wat is dat?
Slide 9 - Woordweb
Je weet niet wat je moet doen voor school. Aan wie vraag je wat het huiswerk is?
Slide 10 - Woordweb
Je zoekt een stageplek bij een sportvereniging. Bij wie klop je aan?
Slide 11 - Woordweb
Hoe of waar kunnen wij netwerken?
Slide 12 - Woordweb
Slide 13 - Tekstslide
Waar wordt Teams voornamelijk voor gebruikt?
A
Sociale Netwerken
B
Carriére
C
Informatie voorziening
Slide 14 - Quizvraag
Waar wordt Linkedin voornamelijk voor gebruikt?
A
Sociale Netwerken
B
Carriére
C
Informatie voorziening
Slide 15 - Quizvraag
Waar wordt Instagram voornamelijk voor gebruikt?
A
Sociale Netwerken
B
Carriére
C
Informatie voorziening
Slide 16 - Quizvraag
Welke digitale netwerken gebruik jij?
