Communicatie inde Zorg K1W6

Communicatie in de ZORG
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Communicatie in de ZORG

Slide 1 - Tekstslide

Aandachtspunten in de communicatie

Slide 2 - Woordweb

Leerdoel
Je beschrijft de aandachtspunten voor communicatie. 

Je benoemt welke storingen er kunnen optreden in het communicatieproces. 
Je benoemt hoe je de verbale en non-verbale communicatie van anderen kunt observeren en interpreteren. 
Je demonstreert hoe je actief kunt luisteren naar een zorgvrager. 
Je beschrijft welke soorten vragen er zijn. 
Je beschrijft welke soorten feedback er bestaan. 
Je demonstreert hoe je op een professionele manier feedback kunt ontvangen. 
 






Slide 3 - Tekstslide

Aandachtspunten
Stem, gebaar, houding, mimiek, intonatie
Relatie ( zones) inhoud en betrekkingsniveau
Verbaal en non verbaal
Congruent of tegenstrijdig
Actief luisteren

Slide 4 - Tekstslide

Er zijn open, gesloten, suggestieve vragen en je kunt doorvragen. Maar welke soort vraag mist in dit rijtje ?
A
Belangstellende vraag
B
Persoonlijke vraag
C
Concretiserende vraag
D
Informatieve vraag

Slide 5 - Quizvraag

Feedback geven
Feedback geven en ontvangen is een kunst. Onze valkuilen zijn:
* Veroordelen
* Generaliseren
* Moraliseren
* Onoplosbare goede raad
* Bagatelliseren
* Psychologiseren
* Bevoogden
* Vasthouden aan je eigen standpunt
* Examineren

Slide 6 - Tekstslide

In het voorgaande rijtje mist er nog eentje:
Zorgverlener: ‘Zeg, moet je horen. Ik heb een nieuwe buurvrouw. Nou, die doet de laatste tijd zo raar.’
Collega: ‘Heb jij dat ook? Nou, onze buurvrouw heeft de vreemde gewoonte om ...’
Wat doet de collega hier ?
A
Meepraten
B
Aftroeven

Slide 7 - Quizvraag

Wat weet je en herhaling
Je benoemt welke aspecten van communicatie er zijn. 

Je beschrijft de verschillende taal- en spraakstoornissen. 
Je beschrijft wat een taalbarrière is. 
Je beschrijft welke gevolgen taal- en spraakstoornissen kunnen hebben. 
Je demonstreert dat je op een passende manier kunt communiceren met zorgvragers met een taal- of spraakstoornis. 
Je demonstreert dat je de zorgvrager en zijn naasten kunt ondersteunen bij het omgaan met de taal- of spraakstoornis.  




Slide 8 - Tekstslide

Aspecten van communicatie zijn o.a. non verbaal. Naast gebaren kunnen dit ook zijn:
A
gesproken woorden
B
tekens en symbolen

Slide 9 - Quizvraag

Taal- of spraakstoornissen kunnen ontstaan door veroudering, niet-aangeboren hersenletsel of een andere aandoening.
* Problemen met waarneming ( slecht horen of slecht zien)
* Sensorische verwerkingsstoornis
* Problemen met taalbegrip
* Problemen met taalprodukte ( dysartie, anartie, spraakapraxie)

- Taalbarriere
- Laaggeletterdheid


Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden van spraak-en taalstoornissen

Slide 11 - Tekstslide

Hoe herken je zorgvragers die laaggeletterd zijn ?

Slide 12 - Open vraag

Als iemand problemen heeft met taalbegrip en taalproduktie dan is dat een vorm van:
A
apractie
B
afasie
C
disartie
D
sensorische verwerkinsgstoornis

Slide 13 - Quizvraag

In de omgang met zorgvragers met een taalbarriere is het beter om
A
geen beeldspraak te gebruiken
B
gesloten vragen te stellen
C
alle informatie te geven die je hebt
D
altijd een tolk er bij vragen

Slide 14 - Quizvraag

Zoek een afbeelding op die te maken heeft met TOTALE Communicatie

Slide 15 - Open vraag

Wat weet je en herhaling
Je benoemt welke aandachtspunten er zijn bij de communicatie met de naasten van de zorgvrager. 

Je beschrijft op welke manier digitale systemen kunnen bijdragen aan goede communicatie met de naasten van een zorgvrager. 
Je demonstreert hoe je ondersteuningsbehoeften van naasten op het gebied van communicatie kunt herkennen.  

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wie staat er bovenin de top van de zorgdriehoek
A
De verzorgende
B
De verpleegkundigen
C
De medische zorg
D
De zorgvrager

Slide 18 - Quizvraag

Aandachtspunten in de communicatie met naasten zijn:

Slide 19 - Woordweb

Digitale communicatie in de zorg
Via smartphone, laptop, computer, tablet
Veilig, efficient, overzichtelijk en helder
Privacy

Slide 20 - Tekstslide

Whatts app is een voorbeeld van gesloten en veilige vorm van digitale communicatie
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Hoe herken je ondersteuningsbehoeften van naasten ?

Slide 22 - Open vraag

Ondersteuningsbehoeften van naasten
herken je door:
* In  gesprek te gaan ( een praatje maken of in gesprek gaan over moeilijke onderwerpen)
* Observeren en signaleren
* Je indrukken bespreekbaar te maken of te controleren met collega's
* In contact blijven ( digitaal, afspraken maken, navragen, bellen..)

Slide 23 - Tekstslide

Wat heb je onthouden ?

Slide 24 - Woordweb

Bedankt voor de inzet!!

Slide 25 - Tekstslide