2 - Les pronoms possessifs (bezit.vnw)

BONJOUR tout le monde!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BONJOUR tout le monde!

Slide 1 - Tekstslide

Le programme
  • Révision Vocabulaire "La famille"
  • Explication 'Les pronoms possessifs'
  • Les devoirs:
    - Unité 2: exercices  
    - Unité 2: apprendre 3
Les objectifs d'apprentissage
> Ik kan mijn familieleden beknopt beschrijven
> Ik begrijp wat het bezit.vnw is en hoe je dit in het Frans toepast.

Slide 2 - Tekstslide

La famille

Slide 3 - Tekstslide

Le pronom possessif - bezit.vnw

Hoort voor het zelfst.nw

C'est mon lit.            = Het is mijn bed.

Voilà ma chambre. = Hier is mijn                                          slaapkamer.

Slide 4 - Tekstslide

Bij welk woord hoort 'mes'?
Je fais mes devoirs.
A
Je
B
fais
C
devoirs

Slide 5 - Quizvraag

Bij welk woord hoort 'mon'?
Mon agenda est dans le sac à dos.
A
Agenda
B
dans
C
le sac
D
dos

Slide 6 - Quizvraag

Exemples
1. Marc est mon frère.
2. Ils sont tes parents.
3. C'est sa maison

Slide 7 - Tekstslide

Fais attention!
Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is en met een klinker of stomme h begint: altijd mon, ton of son!
Amélie est mon amie.  = Amélie is mijn vriendin.
C'est son équerre.         = Dat is zijn geodriehoek.


Slide 8 - Tekstslide

Vul het juiste bez. vnw. in:
Je suis dans ... (mijn) chambre. (v)
A
mon
B
ma
C
ta
D
sa

Slide 9 - Quizvraag

Vul het juiste bez. vnw. in:
Pierre et Marie sont ... (jouw) parents.
A
ses
B
tes
C
ton
D
mes

Slide 10 - Quizvraag

Vul het juiste bez. vnw. in:
George est ... (haar) cousin.
A
son
B
sa
C
ta
D
ton

Slide 11 - Quizvraag

Vul het juiste bez. vnw. in:
7, Rue de Gare est ... (zijn) adresse (v).
A
ta
B
ton
C
sa
D
son

Slide 12 - Quizvraag

Au travail!!
Les devoirs: exercices 10,12,13

Slide 13 - Tekstslide