Unit 5) All, every, each

All, every, each = alle, elke
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

All, every, each = alle, elke

Slide 1 - Tekstslide

ALL, EVERY & EACH
All (=alle) gebruiken we als we het hebben over een hele groep dingen, dieren of mensen. 
We gebruiken all altijd samen met een meervoudsvorm.

All  + meervoudsvorm

  • We went to all the sights in the city
  • I like all flavours of ice cream
  • All students have to be on time.


Slide 2 - Tekstslide

ALL, EVERY & EACH
Every (=elke) legt nadruk op alle afzonderlijke delen van een groep.
We gebruiken every altijd samen met een enkelvoudsvorm.
Every gebruiken we bij aantallen van 3 of meer.

Every + enkelvoudsvorm

  • Every sight was interesting
  • I have read every book on the shelf.




Slide 3 - Tekstslide

ALL, EVERY & EACH
Each (=elke)  legt nog meer nadruk op alle afzonderlijke onderdelen van de groep. Je gebruikt each altijd samen met een enkelvoudsvorm.
We gebruiken each bij aantallen van 2 of meer.

Each + enkelvoudsvorm

  • We wanted to spend an hour at each sight.
  • Each house has been painted white.
  • Each soldier of the first regiment received an award.
  • Each team has a chance of winning.


Slide 4 - Tekstslide

ALL, EVERY & EACH
Samenvatting:

All -> groep (meervoud: alle)

Every -> alle leden van een groep (enkelvoud: elke, bij 3 of meer)

Each -> individuen (enkelvoud: elke apart, bij 2 of meer)

Slide 5 - Tekstslide

We don’t go to ___ party we’re invited to.
A
all
B
every
C
each

Slide 6 - Quizvraag

Take one in ___ hand.
A
all
B
every
C
each

Slide 7 - Quizvraag

Do ___ English people like the Queen?
A
all
B
every
C
each

Slide 8 - Quizvraag

___ criminal should pay for his or her crimes.
A
all
B
every
C
each

Slide 9 - Quizvraag

I want to give_____cupcake a different flavour.
A
all
B
every
C
each

Slide 10 - Quizvraag

The police wants to talk to ___ person alone.
A
every
B
each
C
all

Slide 11 - Quizvraag

He checks his phone ___ ten minutes.
A
every
B
each
C
all

Slide 12 - Quizvraag

How many tickets do you need? ___ ticket costs $15
A
every
B
each
C
all

Slide 13 - Quizvraag

I take a break.....three hours.
A
every
B
each
C
all

Slide 14 - Quizvraag

...... soldier received a medal.
A
every
B
each
C
all

Slide 15 - Quizvraag

___ students had to go outside because of the fire-drill.
A
every
B
each
C
all

Slide 16 - Quizvraag