3.1 en 3.2 Op missie voor kerk en koning

Planning
- Welkom
- HW bespreken (2.4,) 2.5 en 2.6
- Opdracht: Formatief H2 (op papier)
- Opdracht: 3.1 betekenis van KA (op papier)
- Korte uitleg 3.2
- Opdrachten: Examentrainer, ondersteuning, verdieping. 
- Docu: Het verhaal van Nederland --> Aflv. 3. Friezen en Franken
- Afsluiting
De val van Rome 476 wordt vaak gezien als startpunt van de Middeleeuwen. 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planning
- Welkom
- HW bespreken (2.4,) 2.5 en 2.6
- Opdracht: Formatief H2 (op papier)
- Opdracht: 3.1 betekenis van KA (op papier)
- Korte uitleg 3.2
- Opdrachten: Examentrainer, ondersteuning, verdieping. 
- Docu: Het verhaal van Nederland --> Aflv. 3. Friezen en Franken
- Afsluiting
De val van Rome 476 wordt vaak gezien als startpunt van de Middeleeuwen. 

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht
Formatief A: Schrijf op papier bij elk KA een voorbeeld uit de tijd van de Grieken en Romeinen. 
4. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.

5. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
6. De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.
7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa.
8. De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.



Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
Kennisophalen B: Schrijf op papier bij elke KA uit de tijd van monniken en ridders  wat je denkt dat het betekent.
9. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.

10. Het ontstaan en de verspreiding van de islam.
11. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
12. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.


Slide 3 - Tekstslide

KA
3.2 De verspreiding van het christendom in geheel Europa

Slide 4 - Tekstslide

Het christendom was/is 
hiërarchische georganiseerd
Gelovigen die heel hun leven in dienst van God en het christendom stelden, trokken zich terug in godsdienstige gemeenschappen: de kloosters, die ook abdijen werden genoemd. In afzondering zochten ze naar de diepere betekenis van de woorden van Jezus en hun godsbeleving. Deze monniken, zoals de kloosterbewoners worden genoemd, ontwikkelden gaandeweg eigen gedrags- en leefregels. Hun drie geloftes van armoede, kuisheid (geen seks) en gehoorzaamheid (aan de kloosteroverste, de abt) werden in de Latijnse spreuk Ora et labora (bid en werk) samengevat.

Slide 5 - Tekstslide

Bekeren d.m.v. Syncretisme 
Syncretisme: bij de overgang naar een nieuw geloof, aansluiting zoeken bij bestaande opvattingen en praktijken. Voorbeelden:
  • 25 december (geboorte van de zon als geboorte van christus)
  • Zondag als rustdag (in bijbel is de sjabbat op zaterdag)
  • Pasen (wederopstanding Jezus) op de dag van Germaans lentefeest
  • Intrede van heiligen en verering van relikwieen als vervanging van heidense goden.
  • Kerkjes bouwen op heidense heilige plekken
Godin Ostara
Ostara is de Godin van het lente seizoen. Zij symboliseert de overwinning van het licht en het aanbreken van de vruchtbare periode: Lente.

Slide 6 - Tekstslide

Syncretisme niet nieuw

Slide 7 - Tekstslide

De verspreiding van het christendom in heel Europa
Het Christendom is het enige  overgebleven instituut uit de RR

- kerstening van germanen
- syncretisme (oude gebruiken mengen met christ)
- steun van de Franken 
-reguliere geestelijkheid
- seculiere geestelijkheid

gevolgen:


- oorlogsgosdiensten
- macht van de Franken werd verbonden aan de kerk
- Kloosters werden steeds rijker
- missionarissen probeerden mensen te kerstenen
Tek
Te herkennen:

- kerstening
- paus die hulp krijgt tegen germaanse stammen
- verbondenheid paus en koning



Franksische Rijk was een koningrijk in het gebied van het huidige Frankrijk, des tijds was het nog groter. 
Als geen ander liet de Frankische vorst Karel de Grote (bestuursperiode 768-814 na Christus, vanaf 800 als keizer) zijn veroveringstochten op de Friezen en Saksen vergezeld gaan van christelijk missiewerk. Karel zag, net als zijn verre voorganger Clovis, dat één godsdienst zijn bestuur kon versterken. 

Slide 8 - Tekstslide

Aan het werk
Basis: Examentrainer 3.2 

Extra hulp: Maak eerst de reguliere opdrachten van 3.1 en/of vraag om extra uitleg over een specifiek onderwerp.

Uitdaging: Onderzoek: Waardoor kon het Christendom zo groot worden in de Vroege Middeleeuwen?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link