Thematisch werken kriebelbeestjes. Rupsje nooitgenoeg is ook een krieblebeestje.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 3
In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Rupsje Nooitgenoeg
Thematisch werken kriebelbeestjes. Rupsje nooitgenoeg is ook een krieblebeestje.
Slide 1 - Tekstslide
Rupsje nooit genoeg eet
Rupsje nooitgenoeg eet
Rupsje nooit genoeg heeft altijd heel veel trek.
-> Boek laten zien.
Hij eet graag appels, peren, aardbeien, maar ook chocolade taart en ijsjes.
Slide 2 - Tekstslide
Zou een echte rups dit ook eten?
Zou een echte rups dit ook eten?
Zou een echte rups ook appels, peren , chocoladetaart en ijsjes eten?
Slide 3 - Tekstslide
Wat zou een echte rups dan eten?
Wat zou een echte rups dan eten?
Wat zou een echte rups eten?
->Eventueel boek laten zien van rupsje nooigenoeg bij blaadjes
Slide 4 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag leren?
Vandaag gaan we ontdekken hoe een vlinder ontstaat.
(Want nee een vlinder is niet gelijk een vlinder)
Jullie vargen je misschien af wat heeft rupsje nooit genoeg hiermee te maken, dat ga ik je vandaag uitleggen.
Slide 5 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
+Eerst gaan we kijken hoe een vlinder ontstaat.
+DAarna gaan we een vierluik maken.
+Als laatste presenteren we de vierluiken en we praten over wat we geleerd hebben.
Slide 6 - Tekstslide
Vlinder legt een eitje
De vlinder legt eitjes op een blad. Ongeveer 5 dagen nadat de eitjes gelegd zijn komen ze uit. Een klein Rupsje komt uit het eitje.
Wat zou er uit het eitje komen?
Slide 7 - Tekstslide
Uit het eitje komt een rups
->Als de rups net uit het ei komt is het nog heel klein, maar de rups zal snel groeien omdat ie vrijwel de hele dag door aan het eten is. Het eerste dat de rups opeet is het blad waar hij op geboren is. Soms eet de rups ook zijn eigen soortgenoten op omdat er vaak te weinig voedsel is voor alle rupsen in de omgeving. Doordat de rups snel groeit zal hij al snel te groot zijn voor zijn oude huid. Hier groeit hij dan ook uit en leeft verder met een nieuwe huid. De rups zal minstens vier keer uit zijn huid groeien. (Beetje hetzelfde als wij (mensen) die uit kleding groeien )
Wat zou de rups de hele dag doen? (Denk aan rupsje nooit genoeg wat doet die de hele dag?)
Slide 8 - Tekstslide
Van Rups naar cocon
Daarna maakt de rups een huisje om zich heen dat noemen we een pop. De pop is de cocon waarin de rups zal uitgroeien tot een vlinder.
De rups in de cocon zal ongeveer 8 dagen daar blijven zitten.
->De pop heeft kleuren die niet zo opvallen, zodat de pop niet makkelijk ontdekt kan worden door vijanden van de rups.
Waarom zou de pop groen zijn? (heeft dat een reden?) (Valt de kleur groen op in de natuur?)
Slide 9 - Tekstslide
Uit de cocon komt een vlinder
Na ongeveer 8 dagen zal de vlinder uit de pop komen. Vlinders worden niet zo oud. Meestal leeft een vlinder slechts enkele dagen of weken.
->De vlinder heeft grote vleugels en prachtige kleuren.
->Een vlinder eet veel verschillende dingen, zoals nectar uit een bloem en rottend fruit.
Waar kun je de vlinder aan herkennen? (Hoe weet je dat het een vlinder is) (Kijk eens goed)
Wat zou een vlinder eten?
Slide 10 - Tekstslide
Vierluik tekenen
Dit is een vierluik. Een luik met viervakken.
-In vak een tekenen je het eitje
-In vak twee tekenen je een rupsje
-In vak drie tekenen je een pop/cocon
-In vak vier tekenen je een vlinder
(Voorbeeld boek rupsje nooitgenoeg)
Ik wil zometeen prachtige vierluiken zien. Zodat we die in de klas kunnen ophangen!
1
2
3
4
Slide 11 - Tekstslide
timer
15:00
Slide 12 - Tekstslide
Vierluik van een Vlinder
Slide 13 - Tekstslide
+Vierluiken presenteren
->Wat is de eerste stap van het ontstaan van een vlinder? (eitje)
->Wat is de tweede stap van het ontstaan van een vlinder? (rups)
->Wat is de derde stap van het ontstaan van een vlinder? (Pop, Cocon)
->Wat is der vierde stap van het ontstaan van een vlinder? (vlinder)
Slide 14 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
Wat vond je lastig?
Wat vond je makkelijk?
Wat had je niet verwacht
Afsluitende vragen
->Wat hebben we geleerd?
->En Hoe hebben we dat geleerd/Wat hebben we gedaan?
->Wat had je niet verwacht (van deze les)?
->Wat vond je lastig?
->Wat vond je makkelijk?
We hebben vandaag geleerd hoe een vlinder ontstaat!