Verbes

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Présent
De regelmatige werkwoorden worden verdeeld in 3 groepen, namelijk de werkwoorden op '- er', '- ir' en '- re'.
 

Verbes -er hebben de uitgangen: e, es, e, ons, ez, ent
Verbes -ir hebben de uitgangen: is, is, it, issons, issez, issent
Verbes -re hebben de uitgangen: s, s, -, ons, ez, ent

Slide 2 - Tekstslide

Comment conjuguer le participe passé (voltooid deelwoord) du passé composé? 
-er
-ir
-er
-u
-i

Slide 3 - Sleepvraag

Passé composé
De passé composé = onderwerp + hulpwerkwoord (avoir/être) + voltooid deelwoord.

-er > -é
-ir > -i
-re > -u

Het voltooid deelwoord past zich aan bij het onderwerp waar het bij hoort. Het krijgt bij het hulpwerkwoord être een uitgang.
v ev + é
v mv + és
m mv + s


Slide 4 - Tekstslide

Imparfait
De imparfait wordt gevormd door de nous-vorm van de tegenwoordige tijd als uitgangspunt te nemen. Daar haal je de uitgang - ons vanaf en zet je de uitgangen voor in de plaats. Dit gaat op voor alle werkwoorden, behalve het zeer onregelmatige être (hiervoor gebruik je de stam).
 

Verbes -er hebben de uitgangen: ais, ais, ait, ions, iez, aient
Verbes -ir hebben de uitgangen: issais, issais, issait, issions, issiez, issaient
Verbes -re hebben de uitgangen: ais, ais, ait, ions, iez, aient

Avoir: avais, avais, avait, avait, avait, avions, aviez, avaient, avaient
Être: étais, étais, était, étions, étiez, étaient

Slide 5 - Tekstslide

Futur simple
De toekomende tijd drukt uit dat iets in de toekomst zal gaan gebeuren. Je hebt voor de Nederlandse vertaling meestal het hulpwerkwoord 'zullen' nodig.

In het Frans wordt er aan het hele werkwoord een uitgang toegevoegd: ai, as, a, ons, ez, ont

NB Bij de werkwoorden die eindigen op 're ", valt de 'e' voor de uitgang van de futur weg.
Voorbeeld: Ik zal wachten= j'attendrai.

De meest voorkomende onregelmatige werkwoorden hebben ook een onregelmatige vorm van de futur, bijvoorbeeld ik zal hebben = j'aurai OF ik zal zijn = je serai.





Slide 6 - Tekstslide

Conditionnel présent
Deze tijd wordt gebruikt om een wens, een advies, een beleefde vraag te formuleren. Je hebt voor de Nederlandse vertaling meestal het hulpwerkwoord 'zouden' nodig.
 

In het Frans komt er aan het hele werkwoord een uitgang: ais, ais, ait, ions, iez, aient


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

De imparfait wordt gevormd door de vous-vorm van de tegenwoordige tijd als uitgangspunt te nemen. Daar haal je de uitgang - ez vanaf en zet je de uitgangen voor in de plaats.
VRAI
FAUX

Slide 11 - Poll

Slide 12 - Link

Slide 13 - Tekstslide