Unit 2.2 + 2.3

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Today's goals

  • Check week task
  • Past simple & onregelmatige werkwoorden
  • Words & expressions

Slide 2 - Tekstslide

Check weektaak
Do ex. 2, 5, 6, 7 & 8 (p. 52 - lesson 2)
Leren: onregelmatige werkwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Past simple

Slide 4 - Tekstslide

Past Simple
You use the past simple when something happened in the past and is finished


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Past Simple - Regular Verbs
After a regular verb you put '-ed'

I/you/we/they walked
She/He/It walked

Slide 7 - Tekstslide

Past Simple - Regular verbs
Other Spelling Rules
werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:
  • live - I lived
werkwoord eindigt op een medeklinker + -y, dan verandert de -y in -ied:

  • carry - I carried

de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:

  • drop - I dropped

Slide 8 - Tekstslide

Past Simple - Questions/negative
Questions:     Did + base verb
Did you walk to school yesterday?

Negative:      didn't + base verb
You didn't walk to school yesterday.

Slide 9 - Tekstslide

Past simple - questions
Present simple (tegenwoordige tijd)
Past simple (verleden tijd)
Do you like him?
Did you like him?
Where are you?
Where were you?
Is he always like that?
Was he always like that?
How are you doing?
How were you doing?
Is that your cousin over there?
Was that your cousin over there?
Do you know where I can find her?
Did you know where I can find her?

Slide 10 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden

Slide 11 - Tekstslide

Do ex. 2 & 6 (p. 58)

Slide 12 - Tekstslide