De maatschappij bestond uit drie standen: geestelijken, edelen en boeren.
Geestelijken: zorgen dat je in de hemel komt
Edelen: zorgen dat je veilig bent
Boeren: zorgen dat je te eten hebt
Geestelijken
Edelen
Boeren
Slide 11 - Tekstslide
geestelijken
edelen
boeren
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Waarom werd er bijna niet meer gehandeld na de val van het Romeinse Rijk?
A
Mensen wilden liever weer aan ruilhandel doen.
B
Er was geen sterk leger meer om te zorgen voor de veiligheid in het land.
C
De wegen werden niet meer onderhouden
D
Er waren minder opbrengsten dus dan kan je ze ook niet verkopen. .
Slide 14 - Quizvraag
Waardoor ontstonden er hongersnoden in de Middeleeuwen
A
Er waren te weinig boeren
B
Er was veel droogte in de Middeleeuwen
C
boeren verbouwden alleen wat ze zelf nodig hadden
D
Boeren moesten een deel van hun oogst aan hun heer geven
Slide 15 - Quizvraag
Uit welke drie standen bestond de middeleeuwse standensamenleving?
A
Boeren, ridders en horigen
B
Geestelijken, boeren en ambachtslieden
C
Edelen, boeren en horigen
D
Boeren (horigen), geestelijken en edelen.
Slide 16 - Quizvraag
Samengevat
Na de val van het Romeinse Rijk werd onveilig in Europa, de handel kwam stil te liggen.
Boeren zochten bescherming tegen bendes en woonden in de buurt van de heer en het kasteel. Ze deden hiervoor herendiensten en betaalden belasting.
Europa kenden meerdere rijken. De koning/Leenheer kon zo'n groot land niet besturen/beschermen en'leende' zijn land uit en liet het besturen door vazallen/leenmannen. In ruil voor trouw.
Slide 17 - Tekstslide
Hoe noemen we de klusjes die de horigen moesten doen voor de landheer?