Les 8. Gewervelden

Thema 2. Ordening
Les 8. Gewervelden
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 2. Ordening
Les 8. Gewervelden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Na dit hoofdstuk:
• Kun je gewervelden indelen in 5 klassen
• Weet je welke kenmerken gebruikt worden voor de indeling in
klassen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eencellige dieren
Sponzen
Holtedieren
Wormen
Weekdieren
Geleedpotigen
Stekelhuidigen
Gewervelden:
  1. Eencellige dieren
  2. Sponzen
  3. Holtedieren
  4. Wormen
  5. Weekdieren
  6. Geleedpotigen
  7. Stekelhuidigen
  8. Gewervelden:
De 8 Afdelingen van het Dierenrijk zijn

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewervelden
Er zijn meer dan 50.000 soorten gewervelde dieren op aarde, op
het land, in de zeeën, in zoet water en in de lucht.
Ze verschillen in vorm en grootte, maar hebben allemaal één ding gemeen. Over de hele lengte van het lichaam loopt een soort as die het lichaam ondersteunt, de wervelkolom.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 Klassen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 Klassen
• vissen
• amfibieën
• reptielen
• vogels
• zoogdieren

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vissen
  • bedekt met schubben en slijm.
  • halen adem via kieuwen.
  • leggen eieren waaruit jongen voortkomen.
  •  leven in het water
  • koudbloedig

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Amfibieën
  • leggen eieren.
  • koudbloedig.
  • dunne, slijmerige huid waardoor huidademhaling mogelijk is. 
  • leven in vochtige omgeving
  • Volwassen amfibieën hebben longen, jongen hebben kieuwen om te ademen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reptielen
  • leggen (leerachtige) eieren
  • koudbloedig.
  • taaie droge schubben.
  •  halen adem met behulp van longen.
  • leven op het land

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vogels
  • leggen kalkachtige eieren
  • warmbloedig. .
  • vleugels en veren.
  • longen.
  • Vogels leven op het land

Slide 12 - Tekstslide

Dit betekent dat ze een constante
lichaamstemperatuur hebben. Zij zijn dus niet afhankelijk van
de omgeving. Wel hebben warmbloedige dieren meer voedsel
nodig dan koudbloedige dieren, omdat ze energie uit hun
voedsel moeten halen om warm te blijven

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zoogdieren
  • baren levende jongen.
  • zogenhun jongen.
  • warmbloedig.
  • huid bedekt met een haren.
  • longen.
  • verschillende soorten tanden.
  • leven meestal op het land

Slide 14 - Tekstslide

Dit betekent dat ze een constante
lichaamstemperatuur hebben. Zij zijn dus niet afhankelijk van
de omgeving. Wel hebben warmbloedige dieren meer voedsel
nodig dan koudbloedige dieren, omdat ze energie uit hun
voedsel moeten halen om warm te blijven

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies