P 1 Ziekteverloop

M1W1
5
2
ziekteverloop
TM module 1
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

M1W1
5
2
ziekteverloop
TM module 1

Slide 1 - Tekstslide

2 ziekteverloop
LEERDOELEN...
  • Je vertelt het verloop van een acute en een chronische ziekte
  • Je legt de termen uit, die gebruikt worden om aan te geven hoe het verloop van een ziekte plaatsvindt

Slide 2 - Tekstslide

de manier waarop een ziekte begint en verloopt, bepaalt hoe zorgvrager en arts ermee omgaan...
2.1
ontstaan van een ziekte

Slide 3 - Tekstslide

zijn de klachten mild...
  • dan is opname niet nodig
  • subklinisch

zijn de klachten ernstig...
  • dan is opname nodig
  • klinisch
2.1
ontstaan van een ziekte

Slide 4 - Tekstslide

bij infecties ontstaan klachten pas als de ziekteverwekker genoeg kracht heeft...
  • de periode tussen besmetting (binnendringen) en klachten, heet incubatieperiode
2.1
ontstaan van een ziekte

Slide 5 - Tekstslide

1 acuut karakter

  • een ziekte dat snel ontstaat, met meestal ernstige klachten
  • met een goede behandeling is de persoon weer helemaal genezen
2.1
ontstaan van een ziekte
acuut
A

Slide 6 - Tekstslide

prodromen

  • een ziekte waarbij enkele dagen van te voren vage klachten ontstaan, als aankondiging van deze ziekte
2.1
ontstaan van een ziekte
prodromen
P

Slide 7 - Tekstslide

chronisch karakter

  • een ziekte die sluimerend begint, waarbij de klachten jaren aanhouden
2.1
ontstaan van een ziekte
chronisch
C

Slide 8 - Tekstslide

maak de vragen uit de opdracht

Slide 9 - Tekstslide

  • elke ziekte heeft zijn eigen verloop (kenmerken in de loop van de tijd)
  • hierbij zijn de volgende termen belangrijk...
2.2
verloop van een ziekte

Slide 10 - Tekstslide

1 complicatie

  • een nieuwe klacht of gebeurtenis wat de situatie erger maakt
  • van veel ziekten zijn de complicaties bekend
2.2
verloop van een ziekte
complicaties van suikerziekte
C

Slide 11 - Tekstslide

2 een fataal verloop

  • een ziekte kan zich bliksemsnel (foudroyant) ontwikkelen...
  • ... met dodelijke afloop (fataal)
2.2
verloop van een ziekte
fatale ziekte
F

Slide 12 - Tekstslide

3 restverschijnselen

  • dit zijn klachten die niet meer weggaan, ook al is de persoon genezen van de ziekte
2.2
verloop van een ziekte
restverschijnselen
R

Slide 13 - Tekstslide

4 recidief

  • een ziekte dat na genezing weer terugkomt
  • komt voor bij infecties en kanker
2.2
verloop van een ziekte
recidief
R

Slide 14 - Tekstslide

5 fantoompijn

  • pijn in een geamputeerd lichaamsdeel
  • het komt door een actieve herinnering aan de pijn
2.2
verloop van een ziekte

Slide 15 - Tekstslide

6 remissie en exacerbatie

  • remissie: de klachten worden niet erger
  • exacerbatie (of opvlammen): de klachten worden (plots) erger
2.2
verloop van een ziekte
remissie
R
exacerbatie
E

Slide 16 - Tekstslide

7 herstel

  • klachten die zodanig afnemen dat men zich weer gezond voelt
2.2
verloop van een ziekte
herstel
H

Slide 17 - Tekstslide

een ziekte kan op de volgende manieren overgaan...
  1. spontaan
  2. na medicijnen
  3. na operatie
  4. na een periode van herstel
  5. na revalidatie
  6. niet...
2.3
einde van een ziekte

Slide 18 - Tekstslide

jij bent aan zet...
leg het woord uit...

Slide 19 - Tekstslide

maak de vragen uit de opdracht

Slide 20 - Tekstslide