huishoudelijk taken

Schoonmaken 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Schoonmaken 

Slide 1 - Tekstslide

waar denk je aan
bij schoonmaken?

Slide 2 - Woordweb

schoonmaken 
  • Hygiënisch 
  • Veiligheid 
  • Huishoudelijk schoon
  • Schoonmaak middelen
  • Schoonmaak methodes  


Slide 3 - Tekstslide

Welke taken horen bij huishoudelijk schoonmaken?

Slide 4 - Open vraag

Schoonmaakmethodes 
Droog reinigen 
Klam vochtig reinigen 
Nat reinigen 
Reinigen met microvezel doek

Slide 5 - Tekstslide

Schoonmaak middelen 
reinigingsmiddelen 
ontmettingsmiddelen
onderhoudsmiddelen 

Slide 6 - Tekstslide

Methodisch werken  
Methodisch werken is een vaste, doordachte manier van handelen met een bepaald doel

Dit gebeurt volgens een cyclus. Een cyclus is een zichzelf herhalend proces. 

Slide 7 - Tekstslide

Maken opdrachten
1. Waar denk je aan bij het woord methodisch werken?
2. Bedenk zelf een taak waarbij methodisch werken belangrijk is en geef aan hoe je het volgens de cyclus zou aanpakken.
3. Eettafel en/of de salontafel schoonmaken van cliënten is een voorbeeld van methodisch werken. Geef aan hoe je dit zou aanpakken volgens de cyclus van voorbereiden, uitvoeren en evalueren.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 
Je loopt stage in de thuiszorg. Vandaag bezoekje de familie Van Wissum. Meneer is redelijk goed ter been maar is doof en bijna blind aan het rechteroog. Mevrouw heeft bronchitis. Je ondersteunt hen bij het huishouden. Er ligt veel vuile was, de tafel ligt vol met bankafschriften en belastingpapieren, het is erg stoffig en het aanrecht staat vol met vuile vaat.

Welke taken voer jij uit bij deze familie? Wat kan de familie nog zelf doen denk je? 

Slide 9 - Tekstslide

De juiste werkvolgorde van professioneel schoonmaken is:
A
- van schoon naar vuil - van laag naar hoog - van nat naar droog
B
- van vuil naar schoon - van laag naar hoog - van nat naar droog
C
- van schoon naar vuil - van hoog naar laag - van nat naar droog
D
- van schoon naar vuil - van hoog naar laag - van droog naar nat

Slide 10 - Quizvraag

Schoonmaak regels 
Schoon naar vuil
Buiten naar binnen
Hoog naar laag
Doe eerst al het droge schoonmaakwerk, daarna pas het natte werk 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Welke is een sanitaire ruimte?
A
woonkamer
B
keuken
C
badkamer + wc
D
slaapkamer

Slide 13 - Quizvraag

aandachtsrichter



Wist je dat jou mobiele telefoon 
18 x  meer bacteriën heeft dan een wc bril 

Slide 14 - Tekstslide

welke drie schoonmaakmethodes heb je vandaag geleerd?

Slide 15 - Open vraag

Er zit kalk bij de kraan. Welk schoonmaakmiddel gebruik
je om dit weg te halen?

Slide 16 - Woordweb

Met desinfecteermiddel dood je in mindere mate ook de goede bacteriën?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent
dit symbool?
A
Geeft gasvorming
B
Let op
C
Irriterend
D
Gebruik dit niet samen met een ander middel.

Slide 18 - Quizvraag

Wat heb je vandaag geleerd tijdens de les?

Slide 19 - Open vraag

Tips en Tops

Slide 20 - Open vraag

DOEL:
  • De student kan schoonmaken volgens protocol                                 Subdoelen:
  • De student beheerst de verschillende regels van schoonmaken 
  • De student kan middels een protocol een ruimte schoonmaken 
  • De student kan middels de quiz laten zien dat de les succesvol ging. 

Slide 21 - Tekstslide