VTH Wonden

Wondzorg 
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Wondzorg 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Je vertelt wat een wond is
Je legt uit welke verschillende oorzaken van wonden er zijn.
Je benoemt alle fases van wondgenezing en legt deze uit.
Je legt uit wat decubitus is en welke categorieën er zijn.
Je legt uit wat smetten is en hoe je dit kunt voorkomen.
Je legt uit hoe je smetten moet behandelen.
Je legt het WCS classificatiesysteem uit.
Je legt uit en laat zien welke verschillende verbandmaterialen en verzorgingsproducten gebruikt worden bij wondzorg .
Je laat zien hoe je een decubituswond verzorgd.
Je legt uit wat de aandachtspunten zijn bij rode en gele wonden.’

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Benoem de functies van de huid!?

Slide 4 - Woordweb

Bescherming. De huid is de eerste fysieke barrière tegen vele ziekteverwekkers. Op je huid zijn veel goede bacteriën aanwezig die verhinderen dat ziekteverwekkers zich kunnen binden aan de huid. De huid scheidt ook antimicrobiële peptiden uit. Dit zijn stoffen die de ziekteverwekkers proberen onschadelijk te maken. In de opperhuid en de lederhuid bevinden zich ook immuuncellen om direct de ziekteverwekkers te bestrijden, die het lukt om langs de eerste sublagen van de opperhuid te dringen.
Zintuig tast. In de lederhuid liggen veel tastzenuwen. Je kunt hierdoor verschillende sensaties voelen zoals druk, warmte, kou of pijn.
Thermoregulatie. De huid is heel belangrijk in het omgaan met temperatuursveranderingen. In de lederhuid bevinden zich zweetklieren en wanneer je het warm krijgt moet je deze warmte kwijtraken. Je raakt deze warmte kwijt door te gaan zweten. Het zweet blijft op je huid liggen, wat ook leidt tot verkoeling. Als je het koud krijgt trekken de spieren in je bloedvaten samen, zodat er minder bloed doorheen stroomt en er minder energie verloren gaat. Daarnaast gaan je haartjes in de huid ook overeind staan en krijg je kippenvel, waardoor je meer warmte kunt vasthouden.
Stofwisseling. Zonnestralen op je huid zorgen ervoor dat er een chemische reactie plaatsvindt waardoor vitamine D3 wordt gemaakt. Hierna wordt het vitamine D3 getransporteerd naar de lever om daar in zijn actieve vorm te worden omgezet. Daarnaast wordt ook veel vet opgeslagen in het onderhuids bindweefsel om dit later om te kunnen zetten in energie.
Wat is een wond?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Open wond
 Wanneer het oppervlak van de huid en het slijmvlies niet meer intact is. Hoe dieper de huid, hoe meer de samenhang van lagen weefsels is verbroken. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gesloten wond
Zijn niet alle lagen van de huid of het slijmvlies doorbroken. De
buitenste laag van de huid of het slijmvlies is intact, het inwendige weefsel
is beschadigd.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke soorten wonden?

Slide 8 - Woordweb

Mechanische wonden
Chemische wonden
Thermische wonden
Electrische wonden
Stralingswonden
Infectiewonden
Oncologische wonden
Circulatiewonden
Opdracht


Schrijf bij iedere wond wat de oorzaak is
Mechanische wonden
Chemische wonden
Thermische wonden
Electrische wonden
Stralingswonden
Infectiewonden
Oncologische wonden
Circulatiewonden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thermische wond
Mechanische wond
Decubitus wond
Geinfecteerde wond

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fases wondgenezing
  • reactiefase; wond dichten door vasoconstrictie en fibrinedraden
  • regeneratiefase; korstvorming om wond te sluiten en vorming nieuw weefsel
  • remodelleringsfase; littekenvorming, rijpt uit tot dun soepel weefsel
Extra info
In de reactiefase wordt uitbreiding van de verwonding voorkomen. Het wondbed bereidt zich voor op de genezing. De reactiefase is weer onder te verdelen in de bloedingsfase en de ontstekingsfase.
In het begin brengt het stollingsproces de bloeding tot stilstand. Er treedt vaatvernauwing op, waardoor zich een stolsel met fibrinedraden vormt. De draden vormen een netwerk dat bij niet-gapende wonden de randen verbindt en verkleeft. Bij grotere wonden bedekt het netwerk het wondbed. Bij indroging wordt het een beschermende korst.
Na het stoppen van de bloeding ruimt het lichaam in de ontstekingsfase de dode cellen en micro-organismen op. Witte bloedcellen helpen in dit proces. Bij de ontstekingsfase treden veel eiwitten en vocht uit de bloedvaten. De afvoerende lymfevaten zijn beschadigd en niet meer in staat dit vocht voldoende af te voeren. Hierdoor ontstaat een zwelling. Stoffen die zijn vrijgekomen bij het beschadigen van de cellen prikkelen de pijnzenuwen. Er ontstaan ontstekingsverschijnselen; roodheid, warmte, zwelling en pijn. Als de wond helemaal schoon is, begint de volgende fase.
Extra info
In de regeneratiefase wordt de verloren lederhuid vervangen door nieuw weefsel en wordt de wond gesloten. De aanmaak van nieuwe bloedvaatjes wordt in deze fase gestimuleerd, omdat de zuurstofvoorziening van het weefsel rond de wond van groot belang is bij het herstel. Het nieuw gevormde weefsel heet granulatieweefsel. Het is vochtig, helder rood en korrelig.
Voor de vorming van granulatieweefsel zijn (voedings)stoffen nodig, zoals; eiwitten, mineralen, vitamine A en C, zuurstof, groeifactoren, enzymen en hormonen. Als één van deze stoffen onvoldoende aanwezig is of ontbreekt, dan vertraagt of stagneert de wondgenezing.
Zodra het granulatieweefsel het niveau van de kiemlaag bereikt, vermenigvuldigen de cellen van de opperhuid aan de wondrand zich. Ze bedekken het granulatieweefsel, waardoor de wond zich sluit. Het nieuwe weefsel is nog erg kwetsbaar. Er ontstaan snel blaren bij mechanische belasting zoals druk en/of wrijving.
Extra info
Wanneer de bedekkende opperhuid direct na het sluiten van de wond weer de volle dikte bereikt, is nog goed te zien dat het onderliggende weefsel nog rood, dik en stug is. Het granulatieweefsel dat de lederhuid vervangt, moet nog verder uitrijpen tot een dun, soepel en wit bindweefsel. Het wondoppervlak wordt kleiner en het litteken sterker. Dit proces duurt zes maanden tot twee jaar, afhankelijk van de grootte van de wond.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wondgenezing in 4 fases
Fase 1 hemostase: betekent letterlijk bloedstolling. De hemostase begint onmiddellijk na het ontstaan van de wond. De bloedvaten trekken zich samen en er wordt een fibrineprop gevormd. 
Fase 2 Inflammatie: Wanneer de bloeding eenmaal onder controle is, verplaatsen de ontstekingscellen zich en komen in de wond terecht. Bepaalde cellen die vrijgekomen zijn door de bloeding proberen een infectie tegen te gaan door schimmels en infecties op te eten
Fase 3 regeneratie: In de regeneratiefase wordt de beschadigde huid vervangen door nieuw weefsel. De aanmaak van nieuwe bloedvaatjes wordt gestimuleerd en er wordt nieuw weefsel gevormd. Dit is vochtig, helderrood en korrelig. Cellen aan de wondrand vermenigvuldigen zich en bedekken het weefsel. De wond is gesloten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke factoren zijn van invloed op een goede wondgenezing?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Beinvloedende factoren
  1. Leeftijd
  2. Leefomstandigheden (roken/alcohol/drugs)
  3. Voeding / ondervoeding/ gewicht
  4. Besmetting door infectie.
  5. Stoornissen in de littekenvorming
  6. Ziektes
  7. Lichaamsbeweging
  8. Medicatie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gradaties brandwonden
Oorzaak: hitte (denk aan water, vet, vuur of de zon) of chemisch. 
  • 1e graads; rode pijnlijke huid, maar geen blaren 
  • 2e graads; rode zeer pijnlijke huid, plus blaarvorming 
  • diepe 2 graads; de gehele huid is vernietigd. Er is geen pijnsensor meer aanwezig.
  • 3e graads; verbranding inclusief het botweefsel.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verschillen in de huid bij brandwonden

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1e graad
2e graad
diepe 2e graad
3e graad

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk type wond zie je hier?
A
Brandwond
B
Schaafwond
C
Chemische wond
D
Thermische wond

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ulcus cruris
Een ulcus cruris of ‘open been’ is een wond aan het (onder)been, waarbij de genezing langzaam of niet plaatsvindt.
De oorzaak van een ulcus cruris kan veneus of arterieel zijn

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diabetische voet/ circulatiestoorniswond

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit is decubitus
JA
Nee

Slide 21 - Poll

Het juiste antwoord is: Schimmelinfectie!
exsudaat
rijpingsfase
reactiefase
Regeneratiefase
Fibrine
Necrose
Debris
Dood weefsel
Wondvocht
Gestold exsudaat
Alle resten die niet in de wond horen
bloedings en ontstekingsfase
dermis wat verloren is gegaan vervangen en wond gesloten
Duurt 6 tot 12 maanden

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

waarop observeer je een wond?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dit voor een soort wond?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soort verbanden?
Bestudeer:
Primaire verbanden:
-Bv: alginaat, hydrocolloïd, hydrofiber,
hydrogel, schuimverband
Functie: Bevorderen en behouden vochtig wondmilieu,
waardoor actieve invloed
Secundaire verbanden:
- Bv: absorberend verband, kompres.
Functie: Geen actieve werking op wondheling
Antibacteriële verbanden:
- Bv: Zilververbanden, honing en jodium
Functie: actieve en antibacteriële werking



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot volgende week!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wondzorg en zwachtelen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wondclassificatie model(WCS)
Om er voor te zorgen dat wonden door alle hulpverleners op een gezamenlijke en gestructureerde manier worden herkend en behandeld.
(Niet inzetbaar bij oncologische- en brandwonden)


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rode wond 
Een rode wond bestaat uit granulatieweefsel en bevindt zich in de regeneratiefase. In deze fase wordt weefsel dat verloren is gegaan, vervangen door nieuw weefsel. Granulatieweefsel is vaatrijk, korrelig en vochtig-glanzend bindweefsel dat zich vormt op de bodem van een wond. Deze bodem is gezond.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gele wond

Een gele wond bevindt zich in de reactiefase. Het lichaam reageert op de wond door te starten met stolling, vaatvernauwing en afsluiting van de wond. Dit ziet eruit als een gelig beslag op de wond. Vaak wordt ook exsudaat (wondvocht) gevormd, bestaande uit celresten en samengeklonterde eiwitten. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwarte wond

Een zwarte wond dankt zijn kleur aan het afgestorven weefsel (necrose/débris) waar de wond uit bestaat. Dit weefsel is een voedingsbodem voor bacteriën. De kleur kan ook bruin-grijs-gelig zijn. Er zijn twee vormen van necrose: harde necrose (korst) en natte necrose.

 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe beoordelen we een wond?


Wij maken gebruik van de TIME, dit is een beoordelingssysteem. Het is inzetbaar voor alle soorten wonden.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de afkorting TIME voor?
A
Time Infection Moisture Edge
B
Tissue Infection Measurable Edge
C
Tissue Infection Moisture Edge
D
Tissue Infection Moisture Egg

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een zwelling rondom de wond
Pijn op de plek van de wond
Roodheid op de plaats van de wond
Een kloppend gevoel op de plek van de wond
Rode kring rondom de wond
Pusvorming
Wondgeur: de wond stinkt
Gezondheidsklachten als koorts of een rillerig gevoel
Benoem infectie kenmerken

Slide 35 - Woordweb

Algemene symptomen van een infectie zijn; 
roodheid, 
zwelling, 
warmte
pijn.
Wat weet je nog?
TISSUE'/HET WEEFSEL (IS ER VITAAL- OF DOOD WEEFSEL?)
INFECTIE (IS ER INFECTIE OF ONTSTEKING?)
DE WONDRAND (IS ER EEN NIET-SLUITENDE, OF ONDERMIJNENDE WONDRAND?
MOISTURE'/DE VOCHT(ON)BALANS ( IS DE WOND TE VOCHTIG OF TE DROOG?)
T
I
M
E

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwachtelen
  • Wat is het doel van zwachtelen?
  • Verschillende soorten zwachtels
  • Belangrijk om te weten

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van zwachtelen?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten
  • Korte-rekzwachtels: werken het beste als iemand veel beweegt.
  • Lange-rekzwachtels: oefenen ook druk uit als de spieren zich ontspannen.
  • Inelastische zwachtels: passen goed om de vorm van arm of been en zakken daarom niet snel af.
  • Zelfklevende zwachtels: zwachtels waarbij één uiteinde op de zwachtel zelf plakt (en niet op de huid). Hierdoor zakt het verband minder snel af, maar ontstaan wel gemakkelijker afknellingen. Er bestaan ook zwachtels met klittenband die iemand zelf aanlegt of door een mantelzorger worden aangebracht. 
  • Meerlaagszwachtels: blijven langer zitten.  

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van polsteren?
A
Druk gelijkmatig verdelen
B
Zodat de zwachtel beter blijf zitten
C
Voor de warmte
D
Om de juf het zegt

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk om te weten
  • Verkeerd zwachtelen (te strak, te los) of polsteren vertraagt het genezingsproces.
  • Lange-rekzwachtels knellen snel af en moeten daarom ’s nachts uit. In de praktijk worden deze nauwelijks meer gebruikt en als dat wel gebeurd is de kans op complicaties vaak groot (tip bezoeker).
  • Voorkom drukplekken door zwachtels glad en zonder kreukels aan te brengen.
  • Pijn en blauwe tenen of vingers na het zwachtelen kunnen duiden op te strak zwachtelen. 

Uitvoeringsverzoek bij ACT zwachtelen?

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met je groep
Jullie gaan aan de hand van de foto's die je gekregen hebt:
  • beknopt stappenplan maken hoe je te werk gaat (denk ook aan hygiene)
  • bepaald met het TIME model de conditie van de wond
  • bepaald welke wondmaterialen je gaat gebruiken

Je gebruikt hiervoor de WCS en de wondapps

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen en/of opmerkingen?

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 47 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

WONDEN, WAT LEUK
😒🙁😐🙂😃

Slide 48 - Poll

Deze slide heeft geen instructies