Les 3 uur - Anne Frank, bieb, zinsvolgorde. oefenen

1 / 32
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Vandaag
13-14 uur:  Docu 2. Anne Frank en lezen.
14-15 uur: Groep naar de bibliotheek, groep herhalingsles voegwoorden.
15-16 uur: Video en in groepjes vragen bedenken bij de video
 
 


😎

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Lees verder in Anne's dagboek

Slide 4 - Tekstslide

Dit uur:
Naar de bibliotheek: 
Alaa, Nicole, David, Yohanna, Mootje en Mosbah
Opdracht: neem een boek mee dat je gaat lezen na Anne Frank.

De overige studenten: 
Herhaling oefenen met  voegwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Weten jullie het nog?
Zinnen maken in het Nederlands:

2 zinnen aan elkaar plakken. Hoe moet dat?

Slide 6 - Tekstslide

Gewone volgorde in een hoofdzin:
Onderwerp persoonsvorm iets anders  (OPA)

Jan  loopt naar school
Ik werk elke dag


Slide 7 - Tekstslide

2 hoofdzinnen samenplakken/samenvoegen?

Jan  loopt naar school
Jan vindt dat prettig




Slide 8 - Tekstslide

VOEGWOORDEN!
In het Nederlands maak je 2 zinnen aan elkaar met een 

VOEGWOORD / VERBINDINGSWOORD.

en, als, omdat, want, hoewel, tenzij, zodat, dus, of, 



Slide 9 - Tekstslide

Bij welke voegwoorden blijft de volgorde in de zin hetzelfde?
A
en maar want omdat of
B
en maar want of dus
C
en maar want of als
D
en maar want omdat als

Slide 10 - Quizvraag

Volgorde
Bij de meeste voegwoorden verandert de woordvolgorde: het werkwoord komt achteraan in de tweede zin:

Ik hou van voetbal, terwijl ik niet van paardrijden hou.
Ik zit op school, omdat ik iets wil leren

Slide 11 - Tekstslide

Studenten komen met de fiets .... het heel slecht weer is
A
als
B
tenzij
C
hoewel
D
omdat

Slide 12 - Quizvraag

Ze voelt zich beter, .... ze beter slaapt
A
want
B
sinds
C
of
D
hoewel

Slide 13 - Quizvraag

Je kunt goed leren, .... je in de trein zit
A
toen
B
nadat
C
als
D
of

Slide 14 - Quizvraag

.... we op school waren, moesten we meteen naar huis.
A
als
B
toen
C
hoewel
D
omdat

Slide 15 - Quizvraag

Wat doen de mensen?
Maak een hele zin!

Slide 16 - Open vraag

Wat doet de jongen?
Maak een hele zin!

Slide 17 - Open vraag

Wat doet de kok?
Maak een hele zin!

Slide 18 - Open vraag

Wat doet de baby? Schrijf 2 zinnen met voegwoord WANT.

Slide 19 - Open vraag

Wat doet de mevrouw? Schrijf 2 zinnen met voegwoord ALS

Slide 20 - Open vraag

Wat doen de mensen? Schrijf 2 zinnen met voegwoord TERWIJL.

Slide 21 - Open vraag

Wat doet de kat? Schrijf 2 zinnen met voegwoord ALS.

Slide 22 - Open vraag

Wat doet de meneer? Schrijf 2 zinnen met 1 voegwoord.

Slide 23 - Open vraag

Wat doet de mevrouw? Schrijf 2 zinnen met voegwoord.

Slide 24 - Open vraag

Wat vond je van de les?
A
Leuk en makkelijk
B
Leuk en moeilijk
C
Niet leuk en makkelijk
D
Niet leuk en moeilijk

Slide 25 - Quizvraag

Het laatste uurtje!
We verdelen de groep in kleinere groepjes
Met je groepje bekijk je de video 
Jullie bedenken vragen bij de video, voor de andere groepjes.

De vragen moeten beantwoord kunnen worden als je de video kijkt!

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Wat doet het paard? Schrijf 2 zinnen met voegwoord OMDAT.

Slide 29 - Open vraag

Wat doet de mevrouw? Schrijf 2 zinnen met 1 voegwoord.

Slide 30 - Open vraag

Wat doen de meisjes? Schrijf 2 zinnen met 1 voegwoord.

Slide 31 - Open vraag

Wat doen de meisjes?
Maak een hele zin!

Slide 32 - Open vraag