Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Cursus 3.3
´Hoe werd het christendom belangrijk?´
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen 3.3
Je kan 1 reden geven waarom het christendom veel aanhangers kreeg.
Je kan kort uitleggen waarom het christendom verboden werd in het Romeinse Rijk.
Je kan kort uitleggen wie keizer Constantijn was en waar hij voor gezorgd heeft.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet jij eigenlijk al van het christendom?
Slide 3 - Woordweb
In welk tijdvak hoort het ontstaan van het christendom?
A
jagers en boeren
B
Grieken en Romeinen
C
monniken en ridders
D
steden en staten
Slide 4 - Quizvraag
Nederland
Godsdienst: Germaanse, Keltische, Romeinse goden en de keizer
Rome
Godsdienst: Romeinse goden, de keizer en andere goden.
Jeruzalem/Israel
Godsdienst: een God
Godsdiensten in het Romeinse Rijk
Slide 5 - Tekstslide
Ontstaan Christendom
Het Christendom is ontstaan uit het Jodendom.
Jezus van Nazareth was een Joodse man die rondreisde in de omgeving Judea
Hij vertelde dat God goede mensen beloonde en slechte mensen zou straffen
Jezus krijgt veel aanhangers (volgers)
De Romeinen vinden hem daarom gevaarlijk. Ze nemen hem gevangen en kruisigen hem.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Christenen
De volgelingen van Jezus noemen zichzelf christenen.
Deze naam komt van Christus, dat 'gezalfde' betekent.
Jezus wordt door zijn volgelingen zo genoemd.
Slide 8 - Tekstslide
Christenen in het Romeinse Rijk
Volgens het Christendom was iedereen gelijk (in de hemel). Dit sprak veel mensen aan en hierdoor kreeg dit geloof steeds meer aanhangers; ook in het Romeinse Rijk.
Christenen geloofden maar in 1 God = Monotheïsme
De keizer werd door de romeinen als God gezien en behandeld. De christenen (net als de joden) wilden de keizer niet op deze manier vereren.
Christenen gebruikten zelden het kruis als symbool. Ze gebruikte liever het Chi Rho-teken: de eerste twee letters van de naam Christus in het Grieks. De twee letters naast het teken zijn de alpha (α) en de omega (Ω): de eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Hiermee gaven ze aan dat Jezus het begin en het einde was.
Slide 9 - Tekstslide
Hoe komt het dat vooral arme mensen christen werden?
A
De christenen zorgden ervoor dat arme mensen omgekocht werden. Als zij christen zouden worden, kregen ze een groot geldbedrag.
B
Rijke mensen hadden een betere opleiding gehad. Daarom geloofden ze de dingen die de christenen vertelden, niet zo makkelijk.
C
Christenen hielpen elkaar. Als er één ziek werd of in de problemen kwam, hielpen de anderen hem.
D
Christenen geloven dat je in de hemel komt als je goed geleefd hebt. Arme mensen hadden een zwaar leven. Zij vonden het fijn dat er na de dood een prettiger leven zou komen.
Slide 10 - Quizvraag
Monotheïsme betekent...
A
Geloven in één God
B
Geloven in meerdere Goden
Slide 11 - Quizvraag
Christenvervolging
Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk!
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god,
en dat is niet de Romeinse keizer!
De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Voor de leeuwen gooien, was een gebruikelijk doodstraf voor christenen tijdens hun vervolgingen in het Romeinse Rijk.
Het moet een gruwelijk spektakel zijn geweest, maar wat vooral indruk op de toeschouwers maakte was dat de christenen soms niet gingen vechten met de leeuwen, maar bidden tot hun god.
De toeschouwers waren verbijsterd, maar ook nieuwsgierig: als je toch zoveel vertrouwen in je god hebt, dan moet het wel een hele goede god zijn.
Slide 12 - Tekstslide
Welke keizer staat er bekend om dat hij Christenen vervolgde?
A
Elagabalus
B
Caligula
C
Commodus
D
Nero
Slide 13 - Quizvraag
Constantijn de Grote
Christenen zijn ruim 3 eeuwen vervolgd in het Romeinse Rijk.
Door Constantijn de Grote komt daar een einde aan: kort voor een veldslag zou hij in een visioen een teken hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de god van de christenen hem de zege belooft.
Hij won de veldslag en werd christen...
Constantijn de Grote ziet een christelijk teken. Gravure uit de 17e eeuw.
Slide 14 - Tekstslide
Staatsgodsdienst
In 380 gebeurt er iets bijzonders: keizer Theodosius verplicht iedereen om christen te worden.
Het christendom wordt staatsgodsdienst en alle andere godsdiensten worden verboden.
Iedereen die niet christen is wordt vervolgd en hij verbiedt de Olympische Spelen, omdat ze niet christelijk zijn.
Romeinse munt met het hoofd van Theodosius I de Grote
Slide 15 - Tekstslide
Waarom zijn de Olympische Spelen niet christelijk?