Les 3.4

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Vandaag: 3.4

1. Vraag en aanbod van geld
2. Beleggen
3. Rekenen met vreemd geld

Pak alvast je boek erbij.

Opdracht 2

Aanbod:

Degene die geld 

uitlenen/aanbieden

Vraag:

Degene die geld
nodig hebben

Beleggen

Je koopt kleine delen van een bedrijf: een aandeel.

Dan wordt je eigenaar voor een klein deel.

Als het goed gaat met het bedrijf, stijgt de waarde van het aandeel (koers)

En andersom ook: Risico geld verliezen

Wat zouden de voor- en nadelen zijn? (opdracht 3)

Welke vreemde geld soorten ken jij?
(vreemde valuta)

De meeste landen in de Europese Unie hebben de euro (€)

1. Waar
2. Niet waar

De landen die de euro als betaalmiddel hebben, noem je de Eurozone.

1. Waar
2. Niet waar

In elk land heeft de Big Mac zijn eigen prijskaartje

Je wilt 2 dingen weten:

Bereken je een bedrag in € of in een vreemde valuta?

Koop je of verkoop je?

Rekenen met wisselkoersen

Voorbeelden

Ik heb €420. Hoeveel is dit in Japanse Yen?

 

Ik heb 80 Turkse Lira. Hoeveel € krijg ik hiervoor?

Ik koop 900 Amerikaanse dollars. Hoeveel € betaal ik hiervoor?

Aan de slag!

Maken opdrachten 

5 en 6

8 t/m 10

Klaar? Maak alvast de samenvatting op bladzijde 85

Afsluiting

Jullie weten nu wat vraag en aanbod van geld is.

Jullie weten nu wat beleggen is.

Jullie weten nu hoe je moet rekenen met wisselkoersen

Huiswerk: 2, 3, 4, 5 ,6, 7, 8, 9, 10

Tot morgen!