Les 2: Waarnemen

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Les 2: Waarnemen
  • Huiswerk nakijken
  •  Demo's
  • Uitleg paragraaf 2
  • Aan de opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Planning en huiswerk
Huiswerk: De opgaven van p2 uit het boekje

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
pak je opdrachtenboekje erbij

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

DEMO's
Hoort dit bij natuurkunde, scheikunde of biologie? Of bij een samenwerking daarvan? 

Slide 9 - Tekstslide

  • Welke is groter? 
  • Hoe kunnen we daar achter komen? 
  • Wat hebben we daar voor nodig?  

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
1.2.1. Je weet wat de begrippen “verschijnsel” en “waarnemen” betekenen.
1.2.2. Je kent de veiligheidsregels en veiligheidsmiddelen bij practica.
1.2.3. Je kunt verschillende meetinstrumenten noemen en kan het gebruik hiervan uitleggen.
1.2.4. Je kunt uitleggen hoe je veilig kan waarnemen bij een onderzoek.
1.2.5. Je kunt een tabel maken met alle benodigde onderdelen.
1.2.6. Je kunt een (lijn)grafiek maken met alle benodigde onderdelen.

Slide 11 - Tekstslide

Waarnemen
Verschijnsel: Een gebeurtenis die je waar kan nemen.

Waarnemen: Iets wat je merkt met je zintuigen.
Dus ruiken, voelen, proeven, zien of horen. 

Slide 12 - Tekstslide

Meetinstrumenten
Meetinstrument = een hulpmiddel om bepaalde grootheden te meten. 
Omdat wat we waarnemen niet altijd klopt. 

Slide 13 - Tekstslide

Tabel
Tabel = een geordende lijst van gegevens. 
Hierin schrijf je op wat je meetinstrumenten aangeven.
Weten jullie al hoe je hiervan een grafiek kan maken?

Slide 14 - Tekstslide

Grafiek
Grafiek = een plaatje om een verband tussen twee variabelen weer te geven. 

Slide 15 - Tekstslide

Grafiek tekenen
1. Teken de assen, een verticale y-as en een horizontale x-as.
2. Bepaal welke grootheid je op welke as gaat zetten, schrijf dit bij de as. Vergeet de eenheid niet.
3. Bepaal de stapgrootte en zet cijfers bij de assen. Gebruik hierbij min. 80% van de as.
4. Zet punten waar de cijfers overeenkomen met die van de tabel.
5. Zet een vloeiende lijn door de punten heen, gebruik geen liniaal


Slide 16 - Tekstslide

Wat is het verband tussen de lengte van een rups en de snelheid van een rups? 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Veiligheidsregels bij een practicum
• Luister naar je docent en doe wat je docent zegt.
• Niet duwen, trekken of rennen in het lokaal.
• Niet eten of drinken in het lokaal.
• Leg geen tas of andere spullen waar mensen moeten lopen.
• Draag een veiligheidsbril als dat nodig is.
• Bind lang haar in een staart als je met vuur werkt.
• Werk altijd voorzichtig, vooral met scheikundige stoffen.
• Ruik alleen voorzichtig aan onbekende stoffen.
• Proef nooit van stoffen.
• Als er iets fout gaat, moet je meteen je docent waarschuwen.

Slide 19 - Tekstslide

Welke veiligheidsmiddelen zie je in dit lokaal? Waar gebruik je die voor?

Slide 20 - Woordweb

Noem 3 veiligheidsregels

Slide 21 - Open vraag

Waarom kan je bij een onderzoek beter meetinstrumenten gebruiken i.p.v. alleen waarnemen?

Slide 22 - Open vraag

Wat mist er in deze tabel?
Afstand
Tijd
2
7
2
6
3
5
A
De getallen zijn te kort
B
De grootheden missen
C
De woorden moeten afgekort worden
D
De eenheden missen

Slide 23 - Quizvraag

Wat moet je niet doen bij het tekenen van een grafiek?
A
Liniaal gebruiken
B
Potlood gebruiken
C
Grootheden en eenheden erbij
D
De stapgrootte zelf bepalen

Slide 24 - Quizvraag

Wat verdien je gemiddeld als je na je MBO in de techniek gaat werken?
1000 euro per maand
1500 euro per maand
2000 euro per maand
2500 euro per maand
3000 euro per maand

Slide 25 - Poll

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag!
De opgaven van p2 uit het boekje

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelen
1.2.1. Je weet wat de begrippen “verschijnsel” en “waarnemen” betekenen.
1.2.2. Je kent de veiligheidsregels en veiligheidsmiddelen bij practica.
1.2.3. Je kunt verschillende meetinstrumenten noemen en kan het gebruik hiervan uitleggen.
1.2.4. Je kunt uitleggen hoe je veilig kan waarnemen bij een onderzoek.
1.2.5. Je kunt een tabel maken met alle benodigde onderdelen.
1.2.6. Je kunt een (lijn)grafiek maken met alle benodigde onderdelen.

Slide 28 - Tekstslide