In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Gouden regels
We luisteren naar elkaar
We lachen elkaar niet uit
Er zijn geen foute antwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Groot vel papier
Op dit vel gaan jullie een paar opdrachten doen. Verder mag je er op tekenen met je potlood/pen zoveel je wilt.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is geluk?
Slide 3 - Woordweb
Hoe gelukkig voel jij je? Cijfer tussen de 1-10
Slide 4 - Woordweb
Geluk is...
een gevoel van betekenis en tevredenheid over je leven in het geheel.
let op; je mag je best wel eens onzeker, verdrietig of rot voelen. Dat hoort ook bij het leven en heeft iedereen wel eens!
Slide 5 - Tekstslide
Wil jij heel erg rijk worden?
Slide 6 - Open vraag
Wil jij beroemd worden?
Slide 7 - Open vraag
Denk jij dat je gelukkig bent als je rijk en beroemd bent?
Slide 8 - Open vraag
Onderwerpen waar je gelukkig van wordt:
Dankbaarheid
Positiviteit
Fijne vriendschappen
Vriendelijk zijn/iets weggeven
Flow (helemaal opgaan in een taak)
Meditatie/yoga
Beweging/sport/gezond eten
Weten waar je goed in bent/zelfvertrouwen
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht
Schrijf op je vel papier:
3 dingen waar jij gelukkig van wordt.
1.
2.
3.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Dankbaarheid
Schrijf 5 dingen op waar je dankbaar voor bent.
(Meer dan 5 mag, minder niet)
Slide 12 - Tekstslide
De kracht van woorden
Woorden kunnen onder je huid zitten. Een opmerking kan je hoofd nachtenlang overuren laten maken. Maar lieve woorden kunnen je huid ook doen gloeien, en aan die woorden kun je soms nog jarenlang terugdenken. Woorden hebben een enorme kracht.
Het woord ‘fantastisch’ kan bijvoorbeeld een sombere sfeer in één klap positiever maken. En een negatieve gedachte over jezelf laat je hoofd en schouders letterlijk hangen.
Slide 13 - Tekstslide
Opdracht: je kunt het!
We gaan zo meteen een opdracht doen.
Niet stoeien, niet van je plek.
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht: je kunt het!
Je maakt straks 2-tallen als ik zeg 'start'.
1 persoon strekt zijn handen naar voren en zegt 10 keer: "ik ben zwak en ik kan het niet"
De andere probeert nu de armen van persoon 1 naar beneden te drukken
Daarna strekt die persoon opnieuw zijn handen naar voren maar zegt nu 10 keer: "ik ben sterk en ik kan het!"
Opnieuw probeert de ander de armen van persoon 1 naar beneden te drukken
Merken je verschil?
Draai nu de rollen om
Als ik in mijn handen klap, gaat iedereen weer zitten.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Wat is een (toekomst) droom?
Slide 17 - Tekstslide
Opdracht
Doel: inzicht krijgen in wat je wilt
Maak een tekening van hoe je droom eruit ziet
Slide 18 - Tekstslide
Kaartje maken en geven
Schrijf op het kaartje iets positiefs aan jezelf.
Als jij je ooit vervelend voelt of wat aanmoediging nodig hebt kun je dit kaartje voor jezelf lezen.
Schrijf ook een kaartje voor degene die naast je zit!