3bk - All Right Unit 2 - Oefentoets

3bk - Unit 2 - Oefentoets
Kies voor jezelf het volgende:

1. Gebruik dit echt als toets en maak het ZONDER boek, uit het hoofd, zodat je kunt inschatten of je de stof goed kent.
2. Gebruik het als een leeroefening met boek erbij, omdat je bijv. nog niet goed hebt geleerd.


1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3bk - Unit 2 - Oefentoets
Kies voor jezelf het volgende:

1. Gebruik dit echt als toets en maak het ZONDER boek, uit het hoofd, zodat je kunt inschatten of je de stof goed kent.
2. Gebruik het als een leeroefening met boek erbij, omdat je bijv. nog niet goed hebt geleerd.


Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je voor de toets van UNIT 2 kennen?
Alle WORDS, EXPRESSIONS en GRAMMAR van Unit 2.

Waar vind je die?
Studybox p. 109 t/m 117
WORDS: Media, Emergency, War en Appearance
EXPRESSOINS: A t/m E
GRAMMAR: Past Simple, Meervoud, Voegwoorden, Vraagwoorden en Aanwijzen

Slide 2 - Tekstslide

Words
Vertaal de woorden in de volgende slides naar het Nederlands.
Denk om de spelling.

Slide 3 - Tekstslide

headline

Slide 4 - Open vraag

poverty

Slide 5 - Open vraag

to sit down

Slide 6 - Open vraag

victim

Slide 7 - Open vraag

navy

Slide 8 - Open vraag

hostile

Slide 9 - Open vraag

unfortunately

Slide 10 - Open vraag

beetle

Slide 11 - Open vraag

to hiss

Slide 12 - Open vraag

pincers

Slide 13 - Open vraag

The Past Simple
             + zinnen

ondw.    ww + ed
        
Jim         played
We          walked
People   talked

ondw.      onr. ww. 2e rij
I                 thought
You           made
Our cats  slept
               - zinnen

ondw.      did not ww

Sarah       didn't    play
They         didn't    think
My sister didn't    find
               ? zinnen

Did  ondw.         ww?    

Did  he                go?
Did  my friend  help?
Did  we               find?

Is gebeurt in het verleden en is afgelopen.

Slide 14 - Tekstslide

Zorg voor de passende vorm van verleden tijd in deze zin:

(+) I ... (to watch) watching Spongebob when I was a kid.

Slide 15 - Open vraag

Zorg voor de passende vorm van verleden tijd in deze zin:

(-) John ... (not - to play) a footbal match last weekend.

Slide 16 - Open vraag

Zorg voor de passende vorm van verleden tijd in deze zin:

(?) ... (you - to celebrate) your birthday yesterday.

Slide 17 - Open vraag

Zorg voor de passende vorm van verleden tijd in deze zin:

(+) Last Summer, me and friends ... to Barcelona.

Slide 18 - Open vraag

Zorg voor de passende vorm van verleden tijd in deze zin:

(-) I ... (not - to see) her at the train station yesterday morning.

Slide 19 - Open vraag

Maak de volgende zin vragend:
(denk ook om spelling, leestekens, hoofdletters)

Your parents have 2 houses.

Slide 20 - Open vraag

Maak de volgende zin ontkennend (met 'not'):
(denk ook om spelling, leestekens, hoofdletters)

My parents have 2 houses.

Slide 21 - Open vraag

Meervoud
Meervoud in Engels:
woord + s
car - cars
bird - birds
Eindigt het woord op sis-klank?
woord  + es
box - two boxes
match - matches
Sommige woorden die eindigen met -o:
woord + es
potatoe - potatoes
hero - heroes
Eindigt het woord op medeklinker en -y?
-y verandert in -ies
city - cities
baby - babies
Eindigt het woord op -f of -fe:
-f of -fe wordt meestal -ves
knife - knives
wolf - wolves
Onregelmatig
sheep - sheep
man - men
mouse - mice

Slide 22 - Tekstslide

Meervoud van:
lady

Slide 23 - Open vraag

Meervoud van:
potato

Slide 24 - Open vraag

Meervoud van:
box

Slide 25 - Open vraag

Meervoud van:
wolf

Slide 26 - Open vraag

Meervoud van:
foot

Slide 27 - Open vraag

Meervoud van:
man

Slide 28 - Open vraag

Words
Vertaal de woorden in de volgende slides naar het Engels.
Denk om de spelling.

Slide 29 - Tekstslide

fout / vergissing

Slide 30 - Open vraag

op de hoogte

Slide 31 - Open vraag

kustwacht

Slide 32 - Open vraag

zorgen voor

Slide 33 - Open vraag

beschermen

Slide 34 - Open vraag

riem

Slide 35 - Open vraag

strijd / gevecht

Slide 36 - Open vraag

onschadelijk

Slide 37 - Open vraag

steken

Slide 38 - Open vraag

giftig

Slide 39 - Open vraag

Voegwoorden
Leer deze woorden als een woordenlijstje:
after = na; nadat
and = en
because = omdat; doordat
but = maar
or = dus
until = totdat

Slide 40 - Tekstslide

1. I love cooking,                     I hate baking.

2. The restaurant was closed,                    we had to eat elsewhere.

3. The movie was great                     people started throwing popcorn.

but
until
so

Slide 41 - Sleepvraag

Expressions
Vertaal de zinnen in de volgende slides.
Let op de spelling, woordvolgorde, enz.

Slide 42 - Tekstslide

Vertaal naar het Engels:
Er is een overval geweest.

Slide 43 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
We sturen iemand om te helpen.

Slide 44 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
Er is iemand gewond.

Slide 45 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
De kleuren van dit dier zijn een beetje vreemd.

Slide 46 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
De meeste spinnen hebben lange, dunne poten.

Slide 47 - Open vraag

Aanwijzen

     Dichtbij:




  Verder weg:
Enkelvoud 
Enkelvoud
Meervoud
Meervoud

Slide 48 - Tekstslide

I really like ... shoes he's wearing.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 49 - Quizvraag

Have you seen ... kid across the street?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 50 - Quizvraag

Did you mean ... book here on the table?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 51 - Quizvraag

Wat moet je voor de toets van UNIT 2 kennen?
Alle WORDS, EXPRESSIONS en GRAMMAR van Unit 2.

Waar vind je die?
Studybox p. 109 t/m 117
WORDS: Media, Emergency, War en Appearance
EXPRESSOINS: A t/m E
GRAMMAR: Past SimpleMeervoud, Voegwoorden, Vraagwoorden en Aanwijzen


Oefen in AllRight! online met de Woordtrainer, Test Jezelf en de Oefentoets.

Slide 52 - Tekstslide