irregular verbs quiz

Irregular Verbs quiz

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Irregular Verbs quiz

Slide 1 - Tekstslide

Als je de present perfect moet invullen, hoef je alleen het voltooid deelwoord in te vullen, dus zonder 'have'/'has'

Als je de present perfect moet invullen, hoef je alleen het voltooid deelwoord in te vullen, dus zonder 'have'/'has'

Slide 2 - Tekstslide

Example
Question/vraag: 
irregular verbs: geven

Answer/antwoord:
give gave given

(no dots... commas,,, dashes--- etc.)

Slide 3 - Tekstslide

verkopen

A
to sale sold sold
B
to buy bring bought
C
to buy bought bought
D
to sell sold sold

Slide 4 - Quizvraag

to get
A
got gottende
B
got got
C
got gotten
D
get get

Slide 5 - Quizvraag

to feel
A
felted felten
B
felling fill
C
felt felt
D
fall fallen

Slide 6 - Quizvraag

Irregular verbs
do - did - ............

Slide 7 - Open vraag

Irregular verbs
see - ....... - ..........

Slide 8 - Open vraag

Irregular verbs
beat - beat - ............

Slide 9 - Open vraag

Irregular verbs
tell - ........... - told

Slide 10 - Open vraag

Irregular verbs
write - wrote - ............

Slide 11 - Open vraag

Irregular verbs
take - took - ............

Slide 12 - Open vraag

Irregular verbs:
begin ...

Slide 13 - Open vraag

Irregular verbs:
teach -...-...

Slide 14 - Open vraag

Irregular verbs
to know - ....... - .......

Slide 15 - Open vraag

Irregular verbs:
fly-...-...

Slide 16 - Open vraag

Translate and complete:
vangen - catch - ..... - .......

Slide 17 - Open vraag

Irregular verbs:
breken

Slide 18 - Open vraag

Irregular verbs:
gaan - go - ... - ...

Slide 19 - Open vraag

Irregular Verbs:
verstoppen - hide

Slide 20 - Open vraag

Irregular verbs:
tekenen

Slide 21 - Open vraag

Irregular verbs:
vinden

Slide 22 - Open vraag

Irregular verbs:
staan

Slide 23 - Open vraag

Irregular verbs:
werpen
check your spelling!

Slide 24 - Open vraag

Irregular verbs:
voeden

Slide 25 - Open vraag

Irregular verbs:
vergeten

Slide 26 - Open vraag

Irregular verbs:
voelen

Slide 27 - Open vraag

Irregular verbs
rennen

Slide 28 - Open vraag

Irregular verbs:
vallen

Slide 29 - Open vraag

Irregular verbs
rijden (auto)

Slide 30 - Open vraag

Irregular verbs:
sturen (post)

Slide 31 - Open vraag

irregular verbs:
kiezen

Slide 32 - Open vraag

Irregular Verbs:
weten

Slide 33 - Open vraag

           THE END!

Slide 34 - Tekstslide