Je kunt apparaten noemen die werken op batterijen.
Je kunt de plus en de min van een batterij aanwijzen.
Je kunt de spanning van een staafbatterij benoemen.
Je kunt de spanning van een penlite-batterij benomen.
Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.
Je kunt uitleggen hoe een platte batterij is opgebouwd.