De Industriële Revolutie in Nederland

De Industriële Revolutie in Nederland
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Industriële Revolutie in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat de Industrialisatie is en welke gevolgen dit had voor Nederland.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de industrialisering van Nederland?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is industrialisatie?
Industrialisatie is de overgang van handmatige productie naar machinale productie in fabrieken.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom industrialisatie?
Door industrialisatie kon er efficiënter en goedkoper geproduceerd worden, wat leidde tot economische groei.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Industriële Revolutie
De Industrialisatie wordt ook wel de Industriële Revolutie genoemd.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eerste fabrieken
De eerste fabrieken in Nederland werden gebouwd in de textielindustrie.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsomstandigheden
De arbeidsomstandigheden in fabrieken waren vaak slecht, met lange werkdagen en gevaarlijke machines.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urbanisatie
Door de industrialisatie trokken veel mensen naar de steden, wat leidde tot urbanisatie.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veranderingen in de landbouw
De landbouw veranderde ook door de industrialisatie, met mechanisatie en schaalvergroting.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Technologische ontwikkelingen
De industrialisatie bracht ook technologische ontwikkelingen zoals de stoommachine en de spoorwegen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed op de samenleving
De industrialisatie had een grote invloed op de samenleving, met veranderingen in werk, gezin en sociale klasse.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actieve werkvorm: Groepsdiscussie
Verdeel de klas in groepen en laat ze discussiëren over de positieve en negatieve aspecten van de industrialisatie.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positieve aspecten
Positieve aspecten van de industrialisatie waren economische groei en technologische vooruitgang.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Negatieve aspecten
Negatieve aspecten van de industrialisatie waren slechte arbeidsomstandigheden en sociale ongelijkheid.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed op het milieu
De industrialisatie had ook een negatieve invloed op het milieu, met vervuiling en ontbossing.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugkoppeling groepsdiscussie
Laat elke groep kort hun bevindingen delen met de klas.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke figuren
Benadruk enkele belangrijke figuren tijdens de industrialisatie, zoals Anton Philips en Gerard Philips.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erfgoed van de industrialisatie
Veel industriële gebouwen en monumenten zijn nog steeds zichtbaar in Nederland als erfgoed.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Evalueer wat je hebt geleerd door de volgende vragen te beantwoorden: Wat is industrialisatie? Welke gevolgen had de industrialisatie voor Nederland?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
Verwijs naar de gebruikte bronnen en moedig de leerlingen aan om verder onderzoek te doen naar het onderwerp.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?
Heb je nog vragen over de industrialisatie van Nederland?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.