Periode 2 3HV les 4

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Landschappen 

Leerdoelen les 3 en 4

Aan het eind van deze les kan ik:

1. Beschrijven wat landschapszones zijn.
2. Uitleggen hoe landschapszones gekoppeld zijn aan het klimaat.
3. Van iedere landschapzone beschrijven in welke klimatologische omstandigheden deze voorkomen. 
4. van landschapszones toelichten welke landschappen eronder vallen.
5. van iedere landschapszone kenmerken benoemen van de daar voorkomende bomen- en plantensoorten. 

Tropische zone: 

1. Tropisch regenwoud met heel veel neerslag en hitte.

2. Savanne: Minder vochtig, minder bomen, wel grasvelden, struiken en groepjes lage bomen.

Aride zone:

1. Steppe, grenzend aan de savannes. Droger dan de savannes. Hier valt nog net genoeg regen (250mm -500mm) voor de groei van gras/lage struiken.   

2. Woestijn.

Op de savanne valt meer neerslag dan in de steppe.

1. Waar
2. Niet waar

Welk landschap hoort bij dit klimaat?

1. Woestijn
2. Steppe
3. Savanne
4. Tropisch regenwoud

Wat voor landschap zie je op de foto?

1. Steppe
2. Savanne
3. Woestijn
4. Tropisch regenwoud

Hoe ziet een savanne landschap eruit?

1. Geen bomen, alleen grassen en struiken
2. Veel bomen, hoge grassen en struiken
3. Groepjes bomen, hoge grassen en struiken
4. Alleen maar bomen

Welk landschap hoort bij dit klimaat?

1. Toendra
2. Woestijn
3. Savanne
4. Tropisch regenwoud

De Nijl is een voorbeeld van een bronoase.

1. Juist
2. Niet juist

Wat is het verschil tussen tropisch regenwoud en savanne?

1. T. regenwoud is meer open, dat komt door de droge tijd
2. Savanne is meer open, dat komt door de droge tijd
3. T. regenwoud is meer open, dat komt door de natte tijd
4. Savanne is meer open, dat komt door de natte tijd

Landschapszones

Een landschapzone

is een gebied waar klimaat

en natuurlijke plantengroei

met elkaar samenhangen.

In les 3 hebben we de tropische en de aride landschapszones behandeld. Nu de rest!

Landschapszones

De wereld is verdeeld in 

zes landschapszones. 

Vijf zones worden bepaald door de temperartuur. 

Alleen de Aridezone wordt bepaald door neerslag. 

 CATEGORISEREN VAN LANDSCHAPPEN

 Landschap: 

 Landschap:

natuur

ingericht

akkers

steden

wegen

kanalen

vliegvelden

huizen

bossen

bergen

woestijnen

laagvlakten

rivieren

zeeën

3. De subtropische zone 

Subtropische zone

Waar? 

Gebied onder/boven 23,5º NB en ZB (Middellands zeegebied bv)

Klimaat: 

In de zomer warmer en droger dan in Nederland.

Vegatatie 

Bomen en planten kunnen tegen extreme droogte en hitte, bv omdat ze hele lange wortels hebben. 

           mediterane plantengroei zoals palmen en olijfbomen. 

4. Gematigde zone: 

Loofbos en gemengd bos

Gematigde zone

Waar?

Onder/boven de subpropische zone, bijvoorbeeld NL.

Temperatuur: gemiddelde niet extreem hoog/laag. 

Geen groot verschil in  winter/zomer temperaturen.  

In sommige delen van de droge gebieden (aride zone) valt geen of bijna geen neerslag: minder dan 250 mm per jaar. Door de droogte groeit er helemaal niets. Dit noem je een woestijn. Vaak is er nog wat schaarse begroeiing van grassen en cactussen. Dat is de woestijnsteppe. Het ontbreken van planten komt door de droogte en dus niet door een onvruchtbare bodem. Planten en bomen groeien alleen op een plek waar water in de woestijn is. Dat is een oase

Het loofbos

Door de gematigde temperatuur kunnen bomen goed groeien. 

In de zomer minimaal 10ºC, in de winter niet kouder dan -3ºC >

loofbossen. 

Dit zijn bossen met bijvoorbeeld eiken en beuken. Bossen in Nederland zijn loofbossen. 

Gemengd bos

In het noordelijk deel van de gematigde zone (rond/net onder 60º NB) neemt de gemiddelde temperatuur af:

Hier vind je gemengde bossen.

Gemengde bossen bestaan uit loofbomen en naaldbomen. 

5. Boreale zone: de taiga 

Boreale zone

Waar?

Grote delen van Scandinavië, Canada, Rusland en Mongolië> boven 60º NB.

Klimaat:

In de zomer warmer dan 10ºC, maar in de winter kouder dan -3ºC.

Vegatatie:

Bomen bestand tegen kou; dennen en sparren. Dit noemen we de 'Taiga'.

      Boreale zone met de Taiga. Een gebied met koude winters en veel naaldbossen.

6. Polaire zone: de toendra en landijs 

Polaire zone

Hoe dichter bij de polen hoe kouder het wordt. 

Klimaat: gemiddelde zomer- temperatuur niet boven de 10ºC > bomen kunnen niet meer groeien.

Dit heet de boomgrens. 

Boven en onder 66º NB en ZB

De Toendra

Kenmerken toedra:

- Boven de boomgrens

- Permafrost: blijvend bevroren bodem. 

- In de zomer smelt laagje permafrost: groei struiken/mossen. 

- Moerassig: gesmolten water kan niet in de bodem trekken door bevroren grond. 

Landijs

Waar?

Gebieden waar de zomer temperatuur niet boven 0ºC uitkomt: noordpool, zuidpool en Groenland. 

Neerslag in de vorm van sneeuw> vormt 'eeuwige sneeuw' op het land. 

Samengeperst sneeuw wordt landijs. 

Bomen in landschappen

Taiga/naaldbos: Boreale zone.       

Loofbos: Gematigde zone 

Toendra: Polaire zone

Landijs: Polaire zone

Door welke landschappen kom je achtereenvolgens als je van de Noordpool naar Zuid-Europa reist? Zet de landschappen in de juiste volgorde.

Taiga

Loofbossen

landijs/zee-ijs

Toendra

Taiga

Toendra

Landijs

Tropen

Savanne

Woestijn

Zeeklimaat

Poolklimaat

Toendra

Aan de slag!

• Lees heel §2 door (blz 17 tot en met 21)
• Maak alle opdrachten van §2 (op blz 22)
• Werk verder aan het eindproduct!