Examentraining praktijk mens en omgeving

Praktijk PTA M&O
Het praktisch PTA mens en omgeving bestaat uit 4 onderdelen:
1. Een strijkopdracht
2. Herkennen van schoonmaakmateriaal
3. Was sorteren
4.  Afval sorteren

Je wordt uitgenodigd in groepjes van 2. De toets maak je alleen.
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Praktijk PTA M&O
Het praktisch PTA mens en omgeving bestaat uit 4 onderdelen:
1. Een strijkopdracht
2. Herkennen van schoonmaakmateriaal
3. Was sorteren
4.  Afval sorteren

Je wordt uitgenodigd in groepjes van 2. De toets maak je alleen.

Slide 1 - Tekstslide

Strijken

Slide 2 - Tekstslide

Was sorteren

Slide 3 - Tekstslide

Was sorteren
Na het sorteren van de was moet je nog denken aan:

  • Maak alle zakken leeg. (Controleer dus altijd!)
  • Rol opgestroopte mouwen af.
  • Vlekken verwijderen of voorbehandelen.
  • Keer kleding binnenstebuiten, vooral broeken, truien en shirts met opdruk.
  • Doe ritsen en drukknopen dicht en knoop touwtjes samen.
  • Kleding met haakjes, klittenband of een beugel bh kunnen beter in een speciaal waszakje.
  • Was na het was sorteren je handen. 

Slide 4 - Tekstslide

Waarop moet je vooral letten als je de was gaat sorteren?
A
op de grootte van de kledingstukken
B
op de hoeveelheid kledingstukken
C
op de materialen waarvan de kleding gemaakt is
D
op welke temperatuur je de kleding mag strijken

Slide 5 - Quizvraag

Wat staat er op het samenstellingsetiket?
A
hoe je de was moet wassen
B
Waar het textiel van is gemaakt
C
de wasvoorschriften
D
wassymbolen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de beste volgorde om te strijken
A
Van donker naar licht
B
Van heet naar lauw
C
Van lauw naar heet
D
Van licht naar donker

Slide 7 - Quizvraag

Waar begin je mee als je gaat strijken?
A
het pakken van de strijkplank
B
of je het textiel wel gestreken mag worden
C
het pakken van het strijkijzer
D
het maakt niet uit waar je mee begint

Slide 8 - Quizvraag

Op hoeveel graden mag je strijken?
A
60 graden
B
Niet strijken
C
Warm strijken
D
Heet strijken

Slide 9 - Quizvraag

Waar hoort dit afval:
chipszakken

A
GFT
B
restafval
C
PMD
D
Kca

Slide 10 - Quizvraag

Waar hoort dit afval:
Bananenschil

A
GFT
B
restafval
C
PMD
D
Kca

Slide 11 - Quizvraag

Waar hoort dit afval:
Plastic bakje

A
GFT
B
restafval
C
PMD
D
Kca

Slide 12 - Quizvraag

Waar hoort dit afval:
Oude trui

A
Papier
B
Elektrische apparaten
C
Glas
D
Textiel

Slide 13 - Quizvraag

Waar hoort dit afval:
Kapotte telefoon met lader

A
Papier
B
Elektrische apparaten
C
Glas
D
Textiel

Slide 14 - Quizvraag

Waar hoort dit afval:
leeg jampotje

A
Papier
B
Elektrische apparaten
C
Glas
D
Textiel

Slide 15 - Quizvraag

Waarom schoonmaken?       

  • Hygiëne
  • Veiligheid
  • Prettige sfeer
  • Onderhoudsmiddelen zorgen voor beschermlaag en blijven je meubels langer mooi. 

Slide 16 - Tekstslide

Om het beste resultaat te bereiken bij schoonmaken moet je het juiste schoonmaakmiddel kiezen. Schoonmaakmiddelen kun je indelen in vier groepen:
  1. Reinigingsmiddelen
  2. Onderhoudsmiddelen 
  3. Desinfecteermiddelen 
  4. Oplosmiddelen 

Slide 17 - Tekstslide

Reinigingniveaus:
  • Ruw schoon (De ruimte kan schoner maar is niet nodig. Zoals een kelder, zolder of box)
  • Huishoudelijk schoon. (Ruimte lijkt schoon, al het zichtbare vuil is verwijderd.)
  • Smetschoon. (Heel erg schoon, er worden desinfecterende middelen gebruikt.Bijvoorbeeld operatiekamer of laboratorium)


Slide 18 - Tekstslide

Dit zijn de volgende schoonmaakregels waaraan jij je moet houden:








  1. Werk van schoon naar vuil;
  2. Werk van buiten naar binnen;
  3. Werk van hoog naar laag;
  4. Werk in een logische; werkvolgorde 
  5. Werk in een ruimte steeds linksom of rechtsom.

Slide 19 - Tekstslide

Milieuvriendelijk schoonmaakmiddelen
Biologisch afbreekbare schoonmaakmiddelen:
  • Ossengalzeep (verwijdert vlekken)
  • soda (vervanger van chloor)
  • groene zeep (allesreiniger en vlekverwijderaar)
  • schoonmaakazijn ( ontkalker, ramen wassen, vloeren)

Slide 20 - Tekstslide

Schoonmaakmaterialen
Welk schoonmaak materiaal is het en waar gebruik je het voor?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Afwasborstel

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Bezem voor tegels

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Ragebol

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Stofzuigermond

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Mattenklopper

Slide 31 - Tekstslide

Mattenklopper

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Stoffer

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Dweil

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Spons en doekje

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Bezem om te schrobben

Slide 40 - Tekstslide

Extra oefenen:
- Was sorteren
- Afval sorteren
- Strijken
- Schoonmaak materialen

Slide 41 - Tekstslide